1.2 korte en lange klanken
Veel woorden en namen eindigen op een klinker: Milou, code, cadeau, spray, opa, Theo, paraplu, taxi.
Bij dubbelklanken en korte klanken is er geen uitspraakprobleem als je er letters achter zet:
Miloutje, codes, cadeautje, cadeaus, sprays.
Bij de meeste lange klanken ontstaat er wel een uitspraakprobleem als je er letters achter zet:
[fout] opatje, Theos boek, paraplutje, taxis.