Les 3 Branche GGZ Verpleegkundige zorg in de geestelijke gezondheidszorg

Branche GGZ Verpleegkundige zorg in de geestelijke gezondheidszorg 20-VPA+C les 3
1 / 16
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Branche GGZ Verpleegkundige zorg in de geestelijke gezondheidszorg 20-VPA+C les 3

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen?

Theorie Psycho sociale problematiek
DSM 5
Vragen opstellen voor de gastles
15 min pauze
Start met werken aan toets-opdracht 1,5 uur

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Je kunt oorzaken en signalen van psychosociale problematiek bij de zorgvrager herkennen en benoemen
  • Je kunt de kenmerken van de psychische stoornissen ordenen onder de twintig categorieën van de DSM-5
  • Je weet hoe je de DSM-5 kunt gebruiken en kunt kritische kijken naar het gebruik hiervan

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

 psychosociale problemen
Psychosociale problemen:  zijn problemen die te maken hebben met hoe we ons voelen en hoe we met andere mensen omgaan. 
Schrijf voorbeelden op je wisbordje van psychosociale problemen

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Voorbeelden
Eenzaamheid 
Onzekerheid 
Faalangst
Pesten 
Psychische klachten door financiële problemen
Verlegenheid  

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Gedragsproblemen van psychosociale aard
Internaliserende( naar binnen gekeerd) problemen: angst, teruggetrokkenheid, psychosomatische klachten, depressieve gevoelens
Externaliserende ( naar buiten gekeerd) problemen: agressief gedrag, onrustig gedrag,v ongehoorzaamheid, delinquenten

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

DSM V
DSM staat voor Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders.


Waar is de DSM voor bedoeld?
Internationaal classificatiesysteem
Eenduidigheid
Naslagwerk
Hulpmiddel voor diagnosestelling psychiater




Slide 7 - Slide

Het is een diagnostisch en statisch handboek van psychisiche en psychiatrische aandoeningen. 
Het getal 5 betekent dat het om de vijfde versie van dit handboek gaat. De DSM-5 wordt over de hele wereld gebruikt. Je kunt het zien als een soort catalogus waarin alle bekende en officieel erkende psychiatrische ziekten staan beschreven en ingedeeld zijn. 
Wat staat er in de DSM-5?
Psychische stoornissen
- Classificatie
- Criteria (bondig en expliciet)
- Best beschikbare beschrijving van uiting psychische stoornis

Slide 8 - Slide

De kracht van de DSM is dat we in de psychiatrie nu één taal spreken en daarom goed wetenschappelijk onderzoek kunnen doen. Zo weten we nu beter welke interventies bij welke diagnoses werken. De zwakte van de DSM is het feit dat een classificatiesysteem zich via onderzoek baseert op grote groepen zorgvragers. De individuele zorgvrager heeft veel meer nodig dan alleen een psychiatrische DSM-diagnose.
De DSM-5 bestaat uit 3 delen:

1.  Uitgangspunten DSM-5
      - Inleiding
      - Aanwijzingen voor gebruik
      - Waarschuwing forensisch gebruik
2. Classificatiecriteria en codes
3. Meetinstrumenten en modellen in                           ontwikkeling


Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

De 20 groepen psychiatrische stoornissen volgens DSM-%
Wat is een voordeel van de DSM-5?

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Wat is een voordeel van de DSM-5?
- Handig voor onderzoeksdoeleinden;
- Spreken van één en dezelfde taal;
- Biedt houvast voor behandelaren (ook voor cliënten en naasten);
- Koppeling met DBC (Diagnose Behandel Combinatie) en evidence-based behandelvormen.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Wat is een nadeel van de DSM-5?

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wat is een nadeel van de DSM-5?
- De DSM gaat uit van gemiddelden en niet van de unieke, individuele mens.            --> Werkt stigma's in de hand

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Vragen voor de gastles
Gastles met een cliënt in de GGZ met zijn casemanager FACT team
Bedenk per persoon twee vragen 1 voor de cliënt en 1 voor de case manager
'Meet the expert' formulier

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Werken aan toetsopdracht

Slide 16 - Slide

This item has no instructions