5H 11.4 Bloedplasma en bloedcellen

H11 Transport
1 / 43
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

H11 Transport

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Deze les:
- Terugblik 11.3
- 11.4 leerdoelen  11 t/m 13: Bloedsamenstelling en transport
- Aan de slag!
- 11.4 leerdoel 14: Bloedstolling

Slide 3 - Slide

In welke bloedvaten is de bloeddruk laag?
A
In haarvaten en aders
B
alleen in aders
C
alleen in haarvaten
D
in alle slagaders

Slide 4 - Quiz

Wat is de systolische (boven) druk?
A
de druk in de ader tijdens een golf bloed
B
onderdruk
C
de druk in de slagader tijdens een golf bloed
D
ontspanningsfase

Slide 5 - Quiz

Waar is de bloeddruk op de afbeelding het grootst?
En bij de volgende hartfase?
A
Afbeelding: 10 vervolgens: 1
B
Afbeelding: 4, vervolgens: 2
C
Afbeelding: 9, vervolgens: 4
D
Afbeelding: 4, vervolgens: 9

Slide 6 - Quiz

De bloeddruk in de bloedvaten 13, 14, 5 en 6 wordt met elkaar vergeleken.
In welk bloedvat is de bloeddruk het laagst?

A
13
B
14
C
5
D
6

Slide 7 - Quiz

Welk type bloedvat is dit?
Wat is er rechts aan de hand?
A
Slagader Spatader
B
Ader Spatader
C
Slagader Artherosclerose
D
Ader Artherosclerose

Slide 8 - Quiz

Na de squats zie je een stijging in bloeddruk? Wat is hiervoor de biologische verklaring?

Slide 9 - Open question

11.4 Leerdoelen
11. Je benoemt de functies van rode en witte bloedcellen, bloedplaatjes en bloedplasma. 
12. Je legt uit hoe je lichaam reageert op een tekort aan rode bloedcellen. 
13. Je beschrijft het O2- en CO2-transport door het bloed. 
14. Je beschrijft de bloedstolling. 

Slide 10 - Slide

Bloed; wat zit erin?

Slide 11 - Mind map

Slide 12 - Video

Slide 13 - Slide

Rode bloedcellen
Elke rode bloedcel bevat miljoenen moleculen hemoglobine. 

Rode bloedcellen hebben geen celkern. 
Voordeel --> voldoende plek voor hemoglobine
Nadeel --> korte levensduur  (slechts 3-4 maanden) én kunnen niet meer delen. 




Slide 14 - Slide

De rol van rode bloedcellen

Hemoglobine wordt afgekort tot Hb.

In je longen zal hemoglobine zuurstof binden en in je spieren juist loslaten. 








Slide 15 - Slide

Slide 16 - Link

11.4 Leerdoelen
11. Je benoemt de functies van rode en witte bloedcellen, bloedplaatjes en bloedplasma. 
12. Je legt uit hoe je lichaam reageert op een tekort aan rode bloedcellen. 
13. Je beschrijft het O2- en CO2-transport door het bloed. 
14. Je beschrijft de bloedstolling. 

Slide 17 - Slide

Een rode bloedcel is de enige cel zonder kern. Leg uit wat hiervan het voordeel (1) en nadeel (2) is.

Slide 18 - Open question

Waar worden nieuwe bloedcellen gevormd?
A
In het bloed, door deling
B
Beenmerg
C
Lever
D
Milt

Slide 19 - Quiz

Afbraak en aanmaak bloedcellen
Rode bloedcellen worden afgebroken in de milt en lever. 
Ijzer uit hemoglobine wordt hergebruikt voor aanmaak nieuwe rode bloedcellen. 

De aanmaak van nieuwe rode bloedcellen vindt plaats in het rode beenmerg. 
Staat onder invloed van het hormoon EPO (wordt in de nieren gemaakt). 



Slide 20 - Slide

Binas 84I

Slide 21 - Slide

Regeling
Hoe meer EPO --> hoe meer aanmaak rode bloedcellen. 

Als er zuurstoftekort is in het bloed maken de nieren meer EPO aan. 

Bloeddoping/ hoogtetraining.

Slide 22 - Slide

Bloedarmoede
Te weinig rode bloedcellen. Dan kan het bloed onvoldoende zuurstof vervoeren. 

Oorzaken:
- Vaak ijzertekort (= tekort hemoglobine).
- Soms te weinig aanmaak bloedcellen (= tekort aan EPO).

Slide 23 - Slide

IJzer
EPO
Zuurstof tekort

Slide 24 - Drag question

Waarom hebben mensen met een verminderde hartwerking vaak meer rode bloedcellen?

Slide 25 - Open question

Wat is het gevaar van veel meer rode bloedcellen dan normaal?

Slide 26 - Open question

Welk bloedvat bevat vooral hemoglobine zonder zuurstof?
A
De longader
B
De longslagader
C
De aorta
D
De leverslagader

Slide 27 - Quiz

Rode bloedcellen zijn belangrijk voor zuurstoftransport. Wat zijn de belangrijkste functies van witte bloedcellen en bloedplaatjes?
A
Wit: Transport CO2 Plaatjes: Transport voedingsstoffen
B
Wit: Afweer Plaatjes: Bloedstolling
C
Wit: Afweer Plaatjes: Transport afvalstoffen
D
Wit: Transport voedingsstoffen Plaatjes: Afweer

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Slide

Lees blz. 101 "Transport van O2 en CO2"
Zet in de juiste volgorde:
I bloed vervoert HCO3- naar de longen
II diffusie CO2 uit de weefsels naar de rode bloedcellen
III enzym in rode bloedcellen zet CO2 om in H+ en HCO3-
IV hemoglobine bindt H+ en HCO3- lost op in het bloedplasma

Slide 30 - Slide

Aan de slag!
- Maken 11.4 opdrachten bij leerdoelen 11 t/m 13

Klaar? 
Lezen en maken leerdoel 14: Bloedstolling

Slide 31 - Slide

11.4 Leerdoelen
11. Je benoemt de functies van rode en witte bloedcellen, bloedplaatjes en bloedplasma. 
12. Je legt uit hoe je lichaam reageert op een tekort aan rode bloedcellen. 
13. Je beschrijft het O2- en CO2-transport door het bloed. 
14. Je beschrijft de bloedstolling. 

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Video

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Leg uit waarom bloed niet te snel, maar ook niet te langzaam mag stollen.

Slide 38 - Open question

Wanneer je een wondje hebt, moet dat snel gedicht worden. Welke bloedbestanddelen spelen een rol bij het vormen van een korstje?
A
de bloedplaatjes, rode bloedcellen en witte bloedcellen
B
fibrinogeen, bloedplaatjes en rode bloedcellen
C
witte bloedcellen en bloedplaatjes
D
fibrinogeen, bloedplaatjes en witte bloedcellen

Slide 39 - Quiz

Zet de bloedstollende gebeurtenissen in de juiste volgorde!
Wondje
Bloedplaatjes
Stollingsfactoren
Bloedplasma
Beschadigde
Dekweefsel-
cellen

Slide 40 - Drag question

Zet de bloedstollende gebeurtenissen in de juiste volgorde, vervolg.
Protrombine
Fibrinogeen
Stollingsfactoren
Trombine
Fibrinedraden
Fibrine

Slide 41 - Drag question

Slide 42 - Slide

Huiswerk
- Af 11.4 t/m leerdoel 14
- Uitleg over D-toets 11.1 t/m 11.3?

Slide 43 - Slide