1. Alleen een vraag teken achter de zin zetten. (Elle regarde le film ?)
2. Net zoals in het Nederlands (inversie) zet je de persoonsvorm op de eerste plaats, het onderwerp op de tweede plaats met een streepje tussen de persoonsvorm en het onderwerp(je/tu/il/elle/on/nous/vous/ils/elles) in en de rest van de zin. (let op de extra t, tussen 2 klinkers: Regarde-t-elle le film ?)
Let op: Jij mag nooit het zelfstandige naamwoord achter de pv opschrijven, exemple : Marie regarde le film? Marie, regarde-t-elle le film? L'éléphant, mange-t-il beaucoup d'herbe ?)
3. Est-ce que/ Est-ce qu’ voor de zin zetten daarna het onderwerp, de persoonsvorm en de rest van de zin. (Est-ce qu'elle regarde le film ?)
Est-ce que/ Est-ce qu’ heeft geen betekenis in het Nederlands