Close Reading 'Held op sokken' sessie 2

• Begrijpend lezen
• Basisschool
• Groep 3-5

                                                    2

Even opfrissen

Even opfrissen

Wat gebeurde er in het begin, in het midden en aan het eind?

Bespreek dit kort met je maatje/buur.

Sessie 2: 

Doel:

Ik kan aan de tekst en illustraties zien wat de talenten zijn van alle ridders en deze benoemen

Tekstgerichte vragen

• Welke talenten hebben de ridders met een baard?
• Welk talent heeft de ridder zonder baard?
• Helpen de illustraties je om het verhaal beter te begrijpen?
• Welke informatie haal ik uit de de tekst en welke uit de illustraties?

Opdracht: (werkblad uitdelen)

Ik doe het voor bij de derde ridder

Wat haal ik uit de tekst? Hoe kan ik het zien aan de illustratie?

Ik doe ook de vierde ridder voor. Daarna gaan jullie in tweetallen aan de slag met de andere ridders.

Blik terug
Stel dat jij een ridder bent. Welk talent zou je dan willen hebben?

Welke illustratie vind je het beste passen bij een ridder en waarom?

Welke illustratie vind je het grappigste?

Wat betekent vijandig?

1. Je bent dan boos en gedraagt je als vijand
2. Je. bent dan vrij handig in iets.
3. Je bent dan heel vriendelijk.
4. Je bent dan veel grapjes aan het maken

Wat betekent 'een draak die het bos onveilig maakt?'

1. De draak zoekt een veilig plekje in het bos.
2. De draak maakt het bos weer veilig.
3. De draak is veilig in het bos.
4. De draak zorgt dat het bos geen veilige plek meer is om te komen.

Smachten van verlangen betekent:

1. Smikkelen
2. Iets heel graag willen

Wat betekent onbescheiden?

1. Je bent dan een beetje brutaal.
2. Je stelt je dan heel keurig op en denkt om een ander,

Wat betekent gekweld?

1. Weinig pijn en verdriet hebben
2. Veel pijn en verdriet hebben.

Wat is een eeuw?

1. 1 jaar
2. 10 jaar
3. 100 jaar
4. 1000 jaar

De ridder met de blonde baard had veel aanbidders. Wat zijn aanbidders?

1. Mensen hadden grote bewondering voor hem.
2. Mensen vonden hem een nietsnut

Wat is doortastend?

1. Je laat je snel ompraten en gaat dan iets anders doen dan dat je bedacht had.
2. Je zet je plan dan door en je laat je niet ompraten.

Afsluiting