H6 Spijsvertering

H6  spijsvertering       maag-darm stelsel
1 / 48
next
Slide 1: Slide
mkBeroepsopleiding

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

H6  spijsvertering       maag-darm stelsel

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Waar start de koolhydraat vertering?

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Slide

Welk enzym wordt in de mondholte toegevoegd?

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Slide

Hoe heten de 3 speekselklieren?

Slide 16 - Open question

Slide 17 - Slide

Hoe heet de beweging, waardoor het voedsel voortbeweegt in de slokdarm?

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Slide

Welke 3 functie's heeft de maag?

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Waarom zit er zoutzuur in het maagsap?
A
bescherming van maagwand
B
transportmiddel
C
desinfecterend
D
nodig voor opname van vitamine B12

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Slide

Wat gebeurt er bij resorptie, in de dunne darm?

Slide 25 - Open question

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Wat vervoert de poortader?
A
de ontlasting, naar de endeldarm
B
Gal, naar de galblaas
C
voedingsstoffen, naar de lever
D
enzymen, naar de maag

Slide 33 - Quiz

Slide 34 - Slide

Wat is de functie van de dunne darm
A
Hier begint de vertering
B
Voedingsstoffen opnemen
C
Voedsel doorgeven naar de maag
D
Afvalstoffen opnemen

Slide 35 - Quiz

Waar begint de vertering van de vetten?
A
Dikke darm
B
Dunne darm
C
Maag
D
Slokdarm

Slide 36 - Quiz

Wat doet de maag met het voedsel
A
Tijdelijke opslag
B
Kneden en mengen met maagzuur
C
Vervoeren naar twaalfvingerigedarm
D
Alle drie de opties

Slide 37 - Quiz

Wat gebeurt er in de Twaalfvingerige darm?
A
Verplaatst voedsel naar de dikke darm
B
Verplaatst het voedsel naar de maag
C
Door krachtige spieren wordt het eten vermalen
D
Het voedsel wordt verder verteerd

Slide 38 - Quiz

Waar begint de vertering van de koolhydraten?
A
Mond
B
Slokdarm
C
Dunne darm
D
Dikke darm

Slide 39 - Quiz

Waar komt het alvleeskliersap en gal bij het voedsel?
A
In de dikke darm
B
In de endeldarm
C
In de lever
D
In de twaalfvingerige darm

Slide 40 - Quiz

Waar bestaat maagsap uit?
A
Bacteriën, intrinsic factor en water
B
Enzymen, intrinsic factor en gal
C
Enzymen, maagzuur en water
D
Enzymen, maagzuur en vitamine K

Slide 41 - Quiz

Welke organen passeert het voedsel?
In de juiste volgorde!
A
Maag, twaalfvingerige darm, galblaas, endeldarm
B
Maag, slokdarm, dunne darm, endeldarm
C
Mond, slokdarm, maag, lever, darmen
D
Mond, slokdarm, maag, dunne darm, dikke darm

Slide 42 - Quiz

De dunne darm bestaat uit....
A
Twaalfvingerige darm, dunne darm en endeldarm
B
Twaalfvingerige darm, appendix en endeldarm
C
Twaalfvingerige darm, nuchtere darm en kronkeldarm
D
Twaalfvingerige darm, nuchtere darm en endeldarm

Slide 43 - Quiz

Wat gebeurt er in de endeldarm?
A
Voedingsstoffen uit de darm gehaald
B
Gal toegevoegd aan de voedselbrij
C
Niet opgenomen voedsel opslaan als ontlasting
D
Water aan de voedselbrij toegevoegd

Slide 44 - Quiz

Wat is de functie van de intrinsic factor?
A
Goede werking van de enzymen
B
Opname van vitamine B12 in de dunne darm

Slide 45 - Quiz

Wat zijn de functies van de organen uit het spijsverteringsstelsel?
Mond
Slokdarm
Maag
Dunne darm
Dikke darm
Endeldarm
opname van voedingsstoffen
afvoeren van voedingsresten
vervoeren
opname van water en zouten
verteren
kauwen

Slide 46 - Drag question

Wat vonden jullie van deze Lessonup? Heb je tips voor een volgende les?

Slide 47 - Open question

Welke vragen hebben jullie?

Slide 48 - Slide