A: Je kunt drie oorzaken noemen van de ineenstorting van het communisme in Oost-Europa en de Sovjet-Unie, en de nieuwe machtsverhoudingen na 1989 beschrijven.
B: Je kunt met een politiek, economisch en cultureel voorbeeld uitleggen wat globalisering is
C: Je kunt een oorzaak en een gevolg van noemen van migratie en van de klimaatcrisis