H2.3 Energie

Hoofdstuk 2: Elektriciteit
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 2: Elektriciteit

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Link

Welke formule gebruik je voor het berekenen van het vermogen?
A
P = U x I
B
U = P : I
C
I = P : U
D
P = U : I

Slide 3 - Quiz

grootheid
symbool
eenheid
symbool
spanning
V
I
ampère
P
watt
tijd
h
Zet de begrippen op de juiste plaats in de tabel.
U
vermogen
stroomsterkte
t
uren
A
W (=J/s)
volt

Slide 4 - Drag question

Rekenen met de formule: P = U x I
Zet in de juiste volgorde...
Op een verwarminselement staat: 11,5V ~ 1,9 A
Bereken het vermogen van de lader. 
Formule:
Gegevens:
Invullen:
Antwoord:
P = 11,5 V x 1,9 A
P = U x I
I = 1,9 A
P = 21,85 W
U = 11,5 V

Slide 5 - Drag question

Energieverbruik
De energiemeter in de meterkast meet hoeveel elektrische energie er verbruikt wordt. 
Dit verbruik drukken we uit in kilowattuur (kWh).
Hoeveel elektrische energie een apparaat verbruikt is afhankelijk van het vermogen en hoelang het apparaat aan staat.

Slide 6 - Slide

Berekenen van energieverbruik
Om het energieverbruik van een apparaat te berekenen maak je gebruik van de volgende formule:

of in symbolen

Let op! Vermogen moet in kilowatt (kW) en de tijd moet in uren (h).
energieverbruik = vermogen x tijd
E = P x t

Slide 7 - Slide

Voorbeeld
Een oven van 0,600 kW staat 2 uur aan. 
Bereken het energieverbruik van de oven?

Slide 8 - Slide

Wat verbruikt meer energie?
Een wasmachine van 600 W die 2 uur aanstaat of een oven van 1,2 kW die 1,5 uur aan staat?
A
Wasmachine
B
Oven
C
Allebei
D
Geen van beide

Slide 9 - Quiz

E = P x t
P = 300 W
t = 0,3 h
E0,3 x 300
E = 100 kWh
Een wasmachine van 300 W staat 30 minuten aan.
Bereken het energieverbruik van de oven?
In de berekening hieronder zijn 3 fouten gemaakt. Omcirkel de fouten.

Slide 10 - Drag question