Examenoefening voortplanting en regeling

Welk orgaan heeft als
functie productie
van zaadcellen?
A
Teelballen
B
Bijballen
C
Prostaat
D
Zaadblaasje
1 / 15
next
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 3,4

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Welk orgaan heeft als
functie productie
van zaadcellen?
A
Teelballen
B
Bijballen
C
Prostaat
D
Zaadblaasje

Slide 1 - Quiz

Welk orgaan heeft als
functie tijdelijke opslag
van zaadcellen?
A
Teelballen
B
Bijballen
C
Prostaat
D
Zaadblaasjes

Slide 2 - Quiz

Welk hormoon beïnvloed de werking van de eierstokken?
A
Een hormoon uit de bijnieren
B
Een hormoon uit de alvleesklier
C
Een hormoon uit de hypofyse
D
Een hormoon uit de schildklier

Slide 3 - Quiz

Welke letter geeft
een eierstok aan?
A
P
B
Q
C
S
D
R

Slide 4 - Quiz

Welke letter geeft
het orgaan aan waarin
een embryo zich innestelt?
A
Q
B
P
C
R
D
S

Slide 5 - Quiz

De eisprong is het vrijkomen van een eicel uit de eierstok, wat is een ander woord voor eisprong?

Slide 6 - Open question

Wat is de functie van een zaadblaasje?
A
Opslag spermacellen
B
Vorming spermacellen
C
Vorming zaadvocht
D
Veroorzaken erectie

Slide 7 - Quiz

Hoe noem je een snelle onbewuste reactie? Vul alleen het woord in

Slide 8 - Open question

Waar in het voortplantingsstelsel van een jongen worden geslachtshormonen gemaakt?
A
In de prostaat
B
In de teelballen
C
In de zaadblaasjes
D
In de zwellichamen

Slide 9 - Quiz

Tijdens een rit in een achtbaan komt er meer adrenaline in het bloed. Waar wordt dit hormoon gemaakt?
A
In de alvleesklier
B
In de bijnieren
C
In de hypofyse
D
In de schildklier

Slide 10 - Quiz

Hoe noemen we een elektrisch signaaltje dat van een zintuig af komt?

Slide 11 - Open question

Waar in het zenuwstelsel worden impulsen verwerkt?
A
Kleine hersenen
B
Hersenstam
C
Grote hersenen
D
Ruggenmerg

Slide 12 - Quiz

De twee hormonen die geproduceerd worden door de eilandjes van Langerhans zijn insuline en ...

Slide 13 - Open question

Welke zenuwcellen geven impulsen aan spieren?
A
Gevoelszenuwcellen
B
Bewegingszenuwcellen
C
Schakelcellen

Slide 14 - Quiz

Suiker wordt omgezet in Glycogeen en opgeslagen in de lever, waar wordt glycogeen nog meer opgeslagen?
A
In spieren
B
In je hart
C
In je longen

Slide 15 - Quiz