This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 20 min
Items in this lesson
Schwache Verben
Slide 1 - Slide
Schwache Verben
kaufen, suchen, bauen
reisen, heißen, faxen, putzen
arbeiten, reden, atmen, regnen, zeichnen,
Slide 2 - Slide
Hoe heet het ezzelsbruggetje voor de zwakke werkwoorden? Iets met een
Slide 3 - Open question
Meine Mutter ________ (kaufen) einen Bikini.
Slide 4 - Open question
Ich ___________ (suchen) einen Job.
Slide 5 - Open question
Du ____________ (besuchen) deine liebe Großmutter.
Slide 6 - Open question
Als de stam van het ww op een s-klank eindigt, dan verandert (fe)esttenten in ........
A
(e)ettenten
B
tafeltenissen
C
tentententonstelling
D
(fe)eesteteneten
Slide 7 - Quiz
JUIST!
kaufen (fe) reisen (e)
ich kaufe e reise e
du kaufst st reist t
er/sie/es kauft t reist t
wir kaufen en reisen en
ihr kauft t reist t
sie/Sie kaufen en reisen en
Slide 8 - Slide
Maria ___________ (küssen) Martin.
Slide 9 - Open question
Du _________ (putzen) deine Zähne.
Slide 10 - Open question
Als de stam van een werkwoord op -d of -t of -m of -n eindigt - zoals bij reden, arbeiten, rechnen - dan wordt een extra letter toegevoegt. Welke letter is dat?
A
t
B
i
C
e
D
o
Slide 11 - Quiz
JUIST!
kaufen (fe) reisen (e) arbeiten rechnen
ich kaufe e reise e arbeite rechne
du kaufst st reist t arbeitest rechnest
er/sie/es kauft t reist t arbeitet rechnet
wir kaufen en reisen en arbeiten rechnen
ihr kauft t reist t arbeitet rechnet
sie/Sie kaufen en reisen en arbeiten rechnen
Slide 12 - Slide
Modalverben
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Modalverben
Ich will im Meer schwimmen.
Ich kann auf Berge klettern.
Ich muss in die Schule gehen.
Ich soll mein Zimmer aufräumen.
Ich mag Pizza mit Salami.
Slide 15 - Slide
Modale werkwoorden zijn sterke werkwoorden, omdat ....
A
ze samen met een ander werkwoord staan.
B
de stamklinker verandert.
C
ze niet meer dan acht letters hebben.
Slide 16 - Quiz
Modal Verben sind starke Verben
Bij de modale werkwoorden verandert de stamklinker
in de enkelvoud!
Slide 17 - Slide
Kan ik de modale werkwoorden met behulp van (fe)estenten vervoegen?
A
Ja
B
Nee
C
Soort van
Slide 18 - Quiz
Slide 19 - Slide
________________ (können) du bitte den Tisch abräumen?
Slide 20 - Open question
Peter _______ (dürfen) morgen mit zur Party.
Slide 21 - Open question
Ich _______ (dürfen) kein Bier trinken.
Slide 22 - Open question
Ich ________ (müssen) für die Prüfung lernen.
Slide 23 - Open question
Wann __________ (müssen) ihr zu Hause sein?
Slide 24 - Open question
Meine Freundinnen ___________ (wollen) heute Abend ins Kino gehen.