4.3 Integratie, hoe gaat dat?

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Leerdoelen:

- Je kunt vertellen wat integratie betekent.

-Je weet dat er spanningen (kunnen) ontstaan tussen verschillende groeperingen en je kunt uitleggen waarom deze (kunnen) ontstaan.

- Je kunt vertellen op welke manieren de overheid steun geeft om de integratie goed te laten verlopen.

 

Hoeveel neem je over?

Als je naar een ander land verhuist krijg je te maken met dingen die anders zijn.

Taal

Normen/waarden

Regels/wetten

Stel je voor: Jij komt vanuit Syrië naar Nederland. Welke normen/waarden zijn anders? Welke regels/wetten?

Voor een deel aanpassen

Om zo goed mogelijk in de Nederlandse maatschappij mee te kunnen doen, zullen nieuwkomers zich (voor een deel) moeten aanpassen.

INTEGRATIE: je past jezelf aan de Nederlandse gewoontes aan, maar behoudt nog wel je eigen cultuur.

Geef een voorbeeld van integratie waaruit blijkt dat iemand Nederlandse gewoontes aan heeft genomen, maar ook de eigen cultuur heeft behouden.

Spanningen

Vaak zorgen veranderingen voor spanningen.

Bijvoorbeeld voor Nederlanders: komst asielzoekerscentrum

Bijvoorbeeld voor nieuwkomers: andere waarden en normen.

(Familie, religie, seksuele voorkeuren/seksualiteit)

De overheid helpt een handje

Nieuwkomers moeten zo snel mogelijk mee kunnen doen in de maatschappij.

Om integratie te stimuleren doet de overheid het volgende:

-Extra geld Nederlandse les

-Gemengde klassen stimuleren

-Zorgen voor verspreiding nieuwkomers over woonwijken

Waarom gaat integreren sneller als klassen gemengd zijn? (allochtonen en autochtonen)

Waarom gaat integreren sneller als nieuwkomers niet allemaal in 1 wijk wonen?

Verwerking

Maak de opdrachten van 4.3

Deze vind je in google Classroom