Retail en Styling

Retail en Styling
1 / 21
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Retail en Styling

Slide 1 - Slide

Stelling 1: Retail is nooit online.
Stelling 2: Blended spaces zijn winkels die zowel online als offline bestaan.
A
Stelling 1 is juist
B
Stelling 2 is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist

Slide 2 - Quiz

Goederen
Diensten
Schilder
Schoolboeken
Telefoon
Mobiel abonnement

Slide 3 - Drag question

Een voorbeeld van een winkel met zelfbediening is:
A
bol.com
B
Aldi
C
Slagerij
D
Kruidvat

Slide 4 - Quiz

Een voorbeeld van een winkel met semi zelfbediening is:
A
bol.com
B
Aldi
C
Slagerij
D
Kruidvat

Slide 5 - Quiz

De marketingmix bestaat ui de 6 P's wat is geen P in de marketing
A
Parkeren
B
Personeel
C
Presentatie
D
Promotie

Slide 6 - Quiz

Wat is de doelgroep van gamestore?
A
Jongens in de leeftijd van 15 tot 35 jaar
B
Basisschool kinderen
C
Jongens in de leeftijd 25 tot 55 jaar
D
Meisjes in de leeftijd 15 tot 55 jaar

Slide 7 - Quiz

Wanneer je jezelf een eerlijke en hardwerkende leerling vindt spreken we over.
A
Imago
B
Identiteit
C
Positioneren
D
Marktaandeel

Slide 8 - Quiz

Wat voor soort winkel is de Bijenkorf?
A
Hypermarkt
B
Outlet store
C
Warenhuis
D
Discounter

Slide 9 - Quiz

Wanneer ik een slagerij heb waar ik ook telefoons verkoop spreken we dan over een ....
A
Consistent assortiment
B
Inconsistent assortiment

Slide 10 - Quiz

Wanneer ik als winkel mij specialiseer in koptelefoons waarbij ik zoveel mogelijk verschillende koptelefoons verkoop. Wat kun je dan zeggen over mijn assortiment?
A
Breed en Diep
B
Breed en Ondiep
C
Smal en Diep
D
Smal en Ondiep

Slide 11 - Quiz

Het kopen van nieuwe schoenen is een voorbeeld van ....
A
Convenience goods
B
Shopping goods
C
Specialty goods

Slide 12 - Quiz

Waar staat een goed voorbeeld van een follow-up producten
A
Telefoon en telefoonlader
B
Tandenborstel en tandpasta

Slide 13 - Quiz

Wanneer je bij het bepalen van de prijs erg let op de prijs bij andere winkels noemen we dat.
A
Consumentenprijs
B
Adviesprijs
C
Prijsconcurrentie
D
Psychologische prijs

Slide 14 - Quiz

De inkoopwaarde is 300 euro en de brutowinst is 35%. Hoeveel bedraagt de verkoopprijs? Rond je antwoord af op een geheel getal

Slide 15 - Open question

De consumentenprijs is € 544,50
Het BTW percentage is 21%
Bereken de verkoopprijs excl. btw
Rond je antwoord af op een geheel getal.

Slide 16 - Open question

Wat is de minst beste locatie volgens de drukte index
A
A1
B
B1
C
B2
D
C

Slide 17 - Quiz

Bij welke etalage kun je niet in de winkel kijken
A
Gesloten etalage
B
Open etalage
C
Halfopen etalage

Slide 18 - Quiz

Op producten die snel bederven staat een ....
A
Ten minste Houdbaar Tot (THT)
B
Te Gebruiken Tot (TGT)

Slide 19 - Quiz

Brandpunt
Eyecatcher
Eilanddisplay
Hier worden je ogen naar toe getrokken
Een presentatie die midden in de winkel staat
De plek die direct opvalt wanneer je een winkel binnenkomt

Slide 20 - Drag question

Direct marketing is wanneer je iemand persoonlijk probeert te benaderen via een brief/ e-mail of App
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz