3 vwo Hoofdstuk 2 les 4 vwo

1 / 11
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag:
  • Vakantie
  • Waar hadden we het ook alweer over?
  • Toets
  • Korte herhaling
  • Voorbereiden/vragen stellen
  • Evaluatie leerdoelen
  • Afsluiting

Slide 2 - Slide

Wat heb je allemaal
in hoofdstuk 2 geleerd?

Slide 3 - Mind map

Omgaan met geld
  • 2.1 Sparen of beleggen?
  • 2.2 Heb je geld genoeg?
  • 2.3 Ben je verzekerd?
  • 2.4 Heeft de overheid invloed?

Slide 4 - Slide




Toets

Slide 5 - Slide

Leerdoelen paragraaf 1
Je kunt spaarmotieven van mensen benoemen.

Je kunt uitleggen wat nominale en reële rente is.

Je kunt rekenen met enkelvoudige en samengestelde rente.

Je kunt verschillende spaarvormen herkennen.

Je kunt uitleggen hoe beleggingsvormen van elkaar verschillen op basis van risico.

Slide 6 - Slide

Leerdoelen paragraaf 2
Je kunt leenmotieven noemen.

Je kunt de kosten van een lening berekenen.

Je kunt uitleggen dat er beperkingen zijn aan bedragen die je kunt lenen.

Je kunt de verschillen tussen de meest voorkomende leenvormen uitleggen.

Je kunt verschillende hypotheekvormen noemen.

Slide 7 - Slide

Leerdoelen paragraaf 3
Je kunt uitleggen dat je door verzekeren financiële risico’s beperkt.

Je kunt berekenen wat een verzekering kost.

Je kunt een afweging maken tussen kosten en risico.

Je kunt uitleggen welke risico’s een verzekeraar loopt.

Je kunt uitleggen hoe verzekeraars hun risico’s kunnen beperken en waarom sommige verzekeringen verplicht worden gesteld.

Slide 8 - Slide

Leerdoelen paragraaf 4
Je kunt de belangrijkste inkomsten van de overheid noemen.

Je kunt het verschil tussen directe en indirecte belastingen uitleggen.

Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen btw en accijns en hiermee rekenen.

Slide 9 - Slide

Wat ga je doen?
Laat het via de chat weten als je vragen hebt over het huiswerk of de opdrachten waar je mee bezig bent. 

Ga je voorbereiden op de toets. Dat doe je door:
* De herhalingsopdrachten op blz. 64 t/m 67 te maken
* De rekenopgaven op blz. 68 en 69 te maken
* De gemaakte opgaven na te kijken én vragen te stellen!

Slide 10 - Slide

Vragen?

Slide 11 - Slide