In deze paragraaf leer je:
1. in welke handelsnetwerken Brugge, Antwerpen en Amsterdam actief waren.
2. hoe de verhoudingen tussen burgers, geestelijken en vorsten zich ontwikkelden.
3. hoe het beleid van Habsburgse vorsten leidde tot de economisch bloeiende Republiek.
4. hoe de Nederlandse Opstand zich ontwikkelde tot 1588.