H2.4 Blessures B

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Hoe noem je 2 tegengesteld werkende spieren?

1. Synergisten
2. Willekeurige spieren
3. Onwillekeurige spieren
4. Antagonisten

Een voorbeeld van een willekeurige spier is:

1. hart
2. dunne darmspieren
3. kuitspier
4. bloedvaatspier

Waar zitten pezen?

1. Tussen 2 gewrichten
2. Tussen botten en spieren
3. Tussen gewrichten en spieren
4. Tussen 2 spieren

Als je je arm buigt, wordt je armbuigspier:

1. dikker en korter
2. dikker en langer
3. dunner en korter
4. dunner en langer

Sleep de juiste namen naar de botten die je ziet op de röntgenfoto:

Spaakbeen

Ellepijp

middenhands

beentjes

handwortel

beentjes

vingerkootjes

Gewricht

Kraakbeenverbinding

Vergroeiing

Naadverbinding

Veel beweging

Beetje beweging

Geen beweging

Geen beweging

Kogelgewricht

Rolgewricht

Schaniergewricht

Schouderblad

Vingerkootjes

Ellepijp/spaakbeen

Welke blessure zie je in de afbeelding?
Let op: je ziet voor-en zij-aanzicht

1. Kneuzing
2. Botbreuk
3. Ontwrichting
4. Spierscheuring

Je ziet hier iemand door zijn enkel gaan.

wat voor blessure is dit?

1. Ontwrichting
2. Botbreuk
3. Verstuiking
4. Spierkramp

1 botbreuk

3 Ontwrichting

5 verstuiking

7 Hernia

Zweepslag is een voorbeeld van

1. Spierscheuring
2. Spierkramp
3. Spierpijn

Hoe kan je een blessure voorkomen?

1. Goede warming up en cooling down
2. Gezonde voeding
3. Zorg dat je goede kleding draagt
4. A B en C zijn goed

Waarmee zit een spier vast aan een bot?

Sleep de namen van de onderdelen van het gewricht uit de rechter kolom naar het juiste nummer in de linker kolom.

kraakbeenlaagje

gewrichtssmeer

gewrichtskapsel

gewrichtsband

gewrichtsknobbel

gewrichtskom

Botbreuk

Ontwrichting

Verstuiking

Schedel

Schouderblad

Opperarmbeen

Spaakbeen

Ellepijp

Teenkootjes

Dijbeen

Ruggenwervel

Kuitbeen

Scheenbeen