Diabetes

Diabetes mellitus
1 / 38
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 2

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Diabetes mellitus

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Aan het eind van de les ben je in staat om:

- Type 1 en type 2 diabetes te herkennen,
- Herken je de symptomen,
- Ken je behandelingen en kun je die meenemen naar de praktijk,
- Weet je hoe je moet inspelen op signalen van cliënten bij een hyper of hypo.

Slide 2 - Slide

Wat weet je al over diabetes?

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Video

Wat is diabetes
Diabetes, suikerziekte, is een ziekte waarbij het lichaam de bloedsuiker niet meer in evenwicht kan houden. Dat komt doordat het lichaam te weinig van het hormoon insuline heeft. En ook reageert het lichaam vaak niet meer goed op insuline. Of het maakt helemaal geen insuline meer. Insuline regelt de bloedsuikerspiegel. (Diabetes Fonds, 2020)

Slide 5 - Slide

Anatomie van het lichaam

        Welke organen spelen een rol bij 
                               diabetes?





Slide 6 - Slide

Anatomie van het lichaam
Alvleesklier:
- ligt links achter/onder de maag
- 2 hoofdfuncties:
1. maakt insuline aan
2. helpt bij de spijsvertering
- geeft insuline af aan het bloed
- eilandjes van Langerhans
(daar wordt de insuline gemaakt)

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Anatomie van het lichaam
Lever: 
- ligt rechts boven in de buikholte
- maakt giftige stoffen in je lichaam onschadelijk
- Kan suiker (glucose) opslaan --> wordt vrijgegeven bij inspanning
- opslag van vet

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

2 hormonen
Insuline en Glucagon
Insuline: 
  • Hormoon dat een belangrijke rol speelt bij de glucose waarde.
  • Een tekort of geen aanmaak leidt tot diabetes.
  • Wordt aangemaakt in de alvleesklier.

Glucagon:
  • Hormoon dat wordt gemaakt in de alvleesklier, verhoogt glucose in het bloed.
  • Verhoogt de bloedsuikerspiegel als deze daalt. 
  • Word aangemaakt in de alvleesklier

 


Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Hyper versus hypo
Meten is weten!

Hyper = te hoog
Hypo = te laag

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Lange termijn gevolgen diabetes
neuropathie (zenuwen)
Nefropathie (nieren)
Rethinopathie (ogen)
Alzheimer
Diabetische voet
Maag- en darmklachten
Huidproblemen
Chronische vermoeidheid
Depressies
Hart- en vaatziekten
Impotentie

Slide 24 - Slide

Waarom??
Handen wassen voordat je bloedsuiker meet
Waarom?
Bloedsuiker prikken in de zijkant van de vingertop
Waarom>

Slide 25 - Slide

Opdracht Insuline toedienen

De heer van Akkeren is al jaren bekend met Diabetes mellitus. Hij controleert zijn bloedsuikers zelf en injecteert zichzelf met insuline. De laatste tijd lijkt het of hij wat vergeetachtig is. Op een ochtend zie je dat hij zijn ontbijt heeft laten staan. Je vraagt aan hem of hij geen trek heeft. Je krijgt niet echt antwoord. Dan vraag je of hij al wel insuline heeft gespoten. De heer geeft aan dat hij dat niet weet. Wat doe je?

Slide 26 - Slide

Soorten insuline

Slide 27 - Slide

Wanneer, waar en hoelaat...
Kortwerkende insuline:
kortwerkende insuline in de buik , snelle opname.
Kortwerkende insulines werken binnen 10-30 minuten en werken 2 tot 8 uur lang. deze spuit je ongeveer 30 minuten voor de maaltijd.
Middellange insuline
Middellangwerkende insulines binnen 1-2 uur, 16 tot 24 uur lang, Kan 2x per dag gespoten.
Langwerkende insuline:
langwerkende insuline in de benen of billen. Bovenbeen (dijbeen) • Geeft langzame opname van de insuline. Spuit in de bovenkant of de buitenkant van het bovenbeen.
Langwerkende insulines werken binnen 1-2 uur, 24 uur lang. 
Toediening gebeurt tussen 21 en 23 uur

Slide 28 - Slide

De wet BIG
  •  Injecteren is een voorbehouden handeling volgens de wet BIG. 
  • Het toedienen van insuline met een injectiepen en het inbrengen/verwisselen van de naald/canule van een insulinepomp zijn vormen van injecteren. 
  • In de wet BIG staat wie voorbehouden handelingen mogen uitvoeren. 
  • Dit zijn risicovolle, medische handelingen die alleen door bevoegde zorgverleners mogen worden uitgevoerd.
  • Artsen, physician assistants en verpleegkundigen mogen deze handelingen beroepsmatig uitvoeren, als zij daartoe bekwaam zijn.
  • Anderen mogen deze handelingen alleen in opdracht van een zelfstandig bevoegde zorgverlener (arts) uitvoeren, als zij daartoe bekwaam zijn.

Slide 29 - Slide

Wanneer ben je bevoegd om een handeling uit te voeren?

Slide 30 - Open question

Wanneer ben je bekwaam?

Slide 31 - Open question

Vragen??

Slide 32 - Slide

De praktijk
- bloedsuiker meten


Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

- Klaar maken insulinepen

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Link

Slide 38 - Link