This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Algemene Bepalingen
WP 2000
KDOV
Les 3
Slide 1 - Slide
Uitzonderingen op toepasselijkheid WP2000
Artikel 2 lid 2 WP2000
Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat deze wet of de daarop berustende bepalingen geheel of gedeeltelijk mede van toepassing zijn op vervoer dat overeenkomst vertoont met het in het eerste lid bedoelde vervoer of dat deze wet of de daarop berustende bepalingen geheel of gedeeltelijk niet van toepassing zijn op bepaalde soorten van het in het eerste lid bedoelde vervoer.
Slide 2 - Slide
Hoe heet de AMVB waarin dit wordt uitgewerkt?
Slide 3 - Open question
Noem een voorbeeld van vervoer waarop de WP2000 niet van toepassing is zoals in art 2 BP2000 staat beschreven
Slide 4 - Open question
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Opdracht
Wat betekent het woord interoperabiliteit (art. 30 lid 2 WP2000)
Wat zegt lid 1 van art 30 WP2000 kort samengevat?
Slide 8 - Slide
Antwoorden
Interoperabiliteit: dat verschillende systemen van verschillende organisaties samen kunnen werken
Slide 9 - Slide
Opdracht
Wat zegt Art. 5 BP 2000?
Omschrijf de artikelen dus waar gaan ze over?
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Geldigheid van Nationaal Vervoerbewijs
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Noem een vb van waarvoor de minister een uitzondering kan maken voor een bepaald gebied m.b.t. geldigheid vervoerbewijs
Slide 16 - Open question
Model van een nationaal vervoerbewijs
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Artikel 74 WP 2000
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen voorts regels worden gesteld over onder meer:
b.de verplichting tot betaling en het recht op terugbetaling.
Dit gebeurd in art. 50 BP 2000
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Zoek op:
Hoe heeft de NS en Keolis dit geregeld?
Tip kijk op de website
Slide 23 - Slide
Volgende les
Bepalingen voor de reiziger
Lees dit door en schrijf de moeilijke woorden op
Beantwoord de volgende vragen
(volgende dia)
Slide 24 - Slide
Vragen
Schrijf op welke regels, zoals genoemd in artikel 30 WP2000, gesteld worden aan het vervoerbewijs.
Schrijf op welke regels er gesteld zijn, volgens artikel 47 BP2000, over de geldigheid van een vervoerbewijs.
Schrijf op welke twee soorten geldige vervoerbewijzen er zijn in Nederland en waar deze vervoerbewijzen geldig zijn.
Schrijf op waaraan een nationaal vervoerbewijs, volgens artikel 43 BP2000, moet voldoen.
Schrijf op waar je volgens artikel 46 BP2000 geen vervoerprijs verschuldigd ben.
Schrijf op wanneer je het recht op terugbetaling hebt van een betaalde vervoerprijs.
Schrijf op welke handelingen met betrekking tot het vervoerbewijs verboden zijn.