In deze Lesson Up gaan jullie leren over de verleden tijd en de verschillende versies hiervan.
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4
This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
The past tense
In deze Lesson Up gaan jullie leren over de verleden tijd en de verschillende versies hiervan.
Slide 1 - Slide
Verleden tijd in het Engels
Slide 2 - Mind map
Past Simple
Waarom?
Als je wilt vertellen dat iets in het verleden is gebeurd en nu is afgelopen. Het gaat hier meer om het feit dat het is gebeurd en dat wil je even vertellen :D
Hoe ziet het eruit?
Werkwoord + ED of tweede rijtje onregelmatige werkwoorden.
Slide 3 - Slide
Past simple
Signaalwoorden in de zin?
L (last...)
A (ago...)
D ( days...)
y (yesterday, year...)
Slide 4 - Slide
Is dit een past simple zin? Yesterday I played soccer.
A
Ja
B
Nee
Slide 5 - Quiz
Is dit een past simple zin? I cook dinner every night.
A
Ja
B
Nee
Slide 6 - Quiz
Is dit een past simple zin? I went to the store last week.
A
Ja
B
Nee
Slide 7 - Quiz
Past continuous
Waarom?
Als iets in het verleden een langere tijd heeft afgespeeld en je wilt dit benadrukken, óf iets speelde zich een langere tijd af en werd onderbroken.
Hoe ziet de PC eruit?
Was/were (verleden tijd 'be') + werkwoord -ing
When/while
Slide 8 - Slide
Past Continuous
Een korte gebeurtenis (past simple) onderbreekt een lange gebeurtenis (past continuous).
1. I was watching television whenthe doorbell rang.
2. We were playing soccer when it started to rain.
3. Mom did the groceries while I was playing with my buddy.
4. I was making a sandwich whenI dropped my knife.
Slide 9 - Slide
Cycle
Play
Watch
Do
Cut
Burn
When
While
Lange gebeurtenis
Korte gebeurtenis
Drop
extinguish
Listen
Talk
Cook
Catch
Mix 'n match
Was/were
Slide 10 - Slide
Present perfect
Wanneer?
Iets is vroeger begonnen en heeft nog steeds effect op het heden.
Hoe ziet de present perfect eruit?
Have of has + ww -ED of 3e rijtje onregelmatige werkwoorden
Signaalwoordjes
Since, for, ever, never, yet
Slide 11 - Slide
Present perfect
Voorbeeld zinnen:
I have abrokenarm for three weeks now.
We haveplayedsoccer yesterday, that is why I am tired.
Our house hasburneddown.
She has gamedsince she was out of school
I have neverbeen to Brazil in my entire life.
Slide 12 - Slide
We ____ class for 20 minutes now
A
Have had
B
were having
Slide 13 - Quiz
He ______ since he was born
A
have breathed
B
was breathing
C
has breathed
D
were breathing
Slide 14 - Quiz
We _____ never____ so much in one lesson!
A
has learning
B
Was learned
C
Were learning
D
Have learned
Slide 15 - Quiz
Welke van de tijden is al helemaal klaar?
Slide 16 - Open question
Bij welke van de tijden hebben we have of has nodig?
Slide 17 - Open question
Welke van de tijden is een langere actie in het verleden?