This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
De vorige keer...
Slide 2 - Slide
Deze les
- Wat is identiteit? (terugblik en vooruitblik)
- Opdrachten 1.1 maken
- Nabespreken
Slide 3 - Slide
Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je uitleggen wat identiteit is. Je kan daarbij onderscheid maken tussen de eigenschappen die aangeboren of aangeleerd zijn.
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Wat is de definitie van identiteit?
A
Geheel van kenmerken en eigenschappen die jou tot een uniek persoon maken.
B
Geheel van kenmerken en eigenschappen van hoe anderen over jou denken.
C
Geheel van kenmerken die op jouw ID-kaart staan.
D
Geheel van eigenschappen en kenmerken en eigenschappen die je van je familie hebt meegekregen
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Video
Wat is een eigenschap?
A
Iets dat jouw rol in de samenleving bepaalt
B
Iets waar je goed in bent
C
Iets dat jou kenmerkt
D
Iets dat jou motiveert
Slide 8 - Quiz
Aangeboren eigenschappen: eigenschappen die je maar heel moeilijk kunt veranderen, bijvoorbeeld driftig of verlegen zijn of ADHD. Aangeleerde eigenschappen: alle normen, waarden en gewoonten die je overneemt van je ouders, je leraren en andere volwassenen, maar ook van je vrienden (bijvoorbeeld leren praten, leren stil te zijn of je concentreren).
Ons gedrag is een combinatie van aangeboren en aangeleerde kenmerken. Bijvoorbeeld je kunt met je stem klanken maken, maar de taal die je spreekt is aangeleerd.
Slide 9 - Slide
Wat is een aangeboren eigenschap van jezelf?
Slide 10 - Open question
Wat is een aangeleerde eigenschap van jezelf?
Slide 11 - Open question
Wat is sociale identiteit?
A
Dat je sociaal bent
B
Dat je rol altijd hetzelfde is op sociaal gebied
C
De rol die je hebt in een groep waar je bij hoort
Slide 12 - Quiz
Wat is voor jou belangrijker?
A
Identiteit
B
Imago
Slide 13 - Quiz
Nu:
Opdracht van stencils 1.1 maken
Slide 14 - Slide
Leerdoelen bereikt?
Aan het eind van deze les kun je uitleggen wat identiteit is. Je kan daarbij onderscheid maken tussen de eigenschappen die aangeboren of aangeleerd zijn.