K3D 2021 signaalwoorden en tekstverbanden (opfrissen)

Welkom: signaalwoorden en tekstverbanden (herhaling)
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom: signaalwoorden en tekstverbanden (herhaling)

Slide 1 - Slide

welke signaalwoorden
ken je nog?

Slide 2 - Mind map

Welke tekstverbanden
ken je nog?

Slide 3 - Mind map

Wat is GEEN tekstverband?
A
opsomming
B
voorwaarde
C
synoniem
D
tegenstelling

Slide 4 - Quiz

Opsomming
Tegenstelling
Oorzaak - gevolg
Doel - middel
daarentegen
Ten tweede
zowel....als
daardoor
om
daarnaast
maar
hoewel
hierdoor
zodat

Slide 5 - Drag question

Noem signaalwoorden die
horen bij het
tekstverband "oorzaak-gevolg"

Slide 6 - Mind map

Noem signaalwoorden
die horen bij
het tekstverband
"tegenstelling"

Slide 7 - Mind map

Vul een goed signaalwoord in op de lege plek: Jens is dol op zijn telefoon....hij soms even niet oplet.

Slide 8 - Open question

Vul een goed signaalwoord in op de lege plek: Glenn is erg rustig..... die leerling is dat niet!

Slide 9 - Open question

Vul een goed signaalwoord in op de lege plek: Ralitsa doet online goed mee, ..... ze mist geen lesstof.

Slide 10 - Open question

Vul een goed signaalwoord in op de lege plek: Jan en Peter zullen minder kletsen....... zij nog beter kunnen opletten.

Slide 11 - Open question

Vul een goed signaalwoord in op de lege plek: Sara en Parascovia krullen graag hun wimpers, ......... ze er nog mooier uitzien!

Slide 12 - Open question

Vul een goed signaalwoord in op de lege plek: ........ het keihard regent, gaat Emircan toch lekker sporten buiten.

Slide 13 - Open question

Vul een goed signaalwoord in op de lege plek: Eush krijgt een cadeau....zij slaagt.

Slide 14 - Open question

Welke signaalwoorden horen bij het tekstverband "voorwaarde"?
A
terwijl
B
als
C
indien
D
tenslotte

Slide 15 - Quiz

Welke signaalwoorden horen bij het tekstverband " conclusie"?
A
dus
B
al met al
C
verder
D
zoals

Slide 16 - Quiz

Welke signaalwoorden horen bij het tekstverband "voorbeeld"?
A
dan ook
B
tenzij
C
zo
D
zoals

Slide 17 - Quiz

Welke signaalwoorden horen bij het tekstverband "opsomming"?
A
ten eerste
B
daarnaast
C
daarna
D
soms

Slide 18 - Quiz