2.2 Sparen

• Economie
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

Welkom

Telefoon in de telefoontas

Spullen op tafel

Maak de startopdracht

Startopdracht

Bespreken opdracht.

Leerdoelen

• Ik weet welke redenen je kunt hebben om te sparen.
• Ik weet wat rente is.
• Ik kan het rentebedrag berekenen.
  

Uitleg

Sparen

Geld niet uitgeven, maar bewaren voor later.

Wanneer kun je sparen?

Spaarmotieven

• Sparen voor een doel

•  Sparen uit voorzorg
• Sparen voor de rente
  

Soufiane zet geld opzij voor het geval zijn koelkast of wasmachine stukgaat.

1. Sparen voor een doel
2. Sparen uit voorzorg
3. Sparen voor de rente

Peter is aan het sparen voor een scooter.

1. Sparen voor een doel
2. Sparen uit voorzorg
3. Sparen voor de rente

Esmee zet geld op haar spaarrekening omdat ze wil dat haar speelgeld toeneemt.

1. Sparen voor een doel
2. Sparen uit voorzorg
3. Sparen voor de rente

Rente

Vergoeding van de bank voor jouw spaargeld.

Rente

De bank leent het spaargeld aan iemand anders uit.

Rente

Als je spaargeld langer vastzet ontvang je meer rente.

Een bank kan het langer

Verklaar waarom de bank een hogere rente geeft als je je spaargeld langer vastzet.

Rente

bedrag ÷ 100 × rentepercentage

Op je spaarrekening staat € 240. Je ontvangt 0,2% rente. Bereken het rentebedrag voor één jaar. Schrijf je berekening op.

Toepassen

Zelfstandig werken

Pak je studiewijzer en maak de opdrachten.
Kijk na en verbeter je fouten.

Maak de herhalingsopdrachten of plusopdrachten als je klaar bent.

Afsluiting

Op je spaarrekening staat € 640. Je ontvangt 0,4% rente. Bereken het rentebedrag voor één jaar. Schrijf je berekening op.