Rechtsstaat 2.3

Programma
1. Discussie bedreiging politici
2. Vragen over 2.1 en 2.2
3. Zelfstandig werken aan 2.3
4. Uitleg 2.3
1 / 18
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Programma
1. Discussie bedreiging politici
2. Vragen over 2.1 en 2.2
3. Zelfstandig werken aan 2.3
4. Uitleg 2.3

Slide 1 - Slide

Leerdoelen

Je weet het verschil tussen een misdrijf en een overtreding.
Je weet welke bevoegdheden de politie heeft.
Je weet wanneer de officier van justitie kiest voor seponeren, transactie of strafbeschikking of voor vervolgen.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

Slide 4 - Slide

Mensen die politici bedreigen verdienen hogere straffen dan bij andere gevallen.

Slide 5 - Slide

In een dictatuur heeft de staat een geweldsmonopolie, in een rechtsstaat niet
A
Juist
B
onjuist

Slide 6 - Quiz

Agenten hoeven zich in een rechtsstaat niet aan wettelijke regels te houden.
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quiz

Regering en parlement behoren tot de wetgevende macht.
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quiz

De Tweede Kamer maakt deel uit van de uitvoerende macht
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quiz

Het doel van de trias politica is dat:
A
burgers hun belangen beter kunnen verdedigen.
B
burgers en overheid evenveel macht krijgen.
C
politici meer bevoegdheden krijgen om te besturen.
D
burgers beschermd worden tegen de overheid.

Slide 10 - Quiz

De vrijheid van meningsuiting is een klassiek grondrecht.
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quiz

Als een misdrijf niet in het Wetboek van Strafrecht beschreven staat, moet de rechter zelf een redelijke straf voorstellen.
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quiz

Iemand zoekt al twee jaar naar een baan. Op grond van de sociale grondrechten kan hij via de rechter van de overheid een baan eisen.
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quiz

Zelfstandig werken
Paragraaf 2.3 opdr. 4, 5, 8, 11, 12 en 13

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Terugkoppeling
1. Schrijf op de post it een situatie waarbij de politie je mee mag nemen voor verhoor op het politiebureau. 
2. Schrijf op de post it een situatie op waarbij de officier van justitie besluit de verdachte te vervolgen.
3. Gaat het bij jouw situatie om een misdrijf of een overtreding?
 

Slide 17 - Slide

1. Beschrijf een situatie waarbij de politie je mee mag nemen voor verhoor op het politiebureau.
2. Beschrijf een situatie op waarbij de officier van justitie besluit de verdachte te vervolgen.
3. Gaat het bij jouw situatie om een misdrijf of een overtreding?

Slide 18 - Open question