1. Bekijk de afbeeldingen en video's en LEER alle onderdelen en functies uit je hoofd
2. Beantwoord de digitale vragen
3. Huiswerkopdracht
1 / 19
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare school
This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Inhoud
1. Bekijk de afbeeldingen en video's en LEER alle onderdelen en functies uit je hoofd
2. Beantwoord de digitale vragen
3. Huiswerkopdracht
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
1. Je kent de organen rond je oog en de functies daarvan
2. Je kent de delen van het oog (ook binnenkant)
3. Je kunt de functies van de onderdelen van het oog
4. Je weet hoe het oog werkt, hoe het komt dat je ziet
Slide 2 - Slide
Organen rond het oog
1. Wimper: De wimpers voorkomen dat er
zweet in je ogen loopt.
2. Ooglid (bovenste en onderste)
3. Wenkbrauw
4. Traanklieren met Traanbuizen
(deze zie je niet op de afbeelding)
Wit : het harde oogvlies
Gekleurd : de iris (met de spiertjes)
Zwart : de pupil
Over de de iris en de pupil zit het hoornvlies, dat is een kleurloos vlies.
Deze onderdelen zie je:
Slide 3 - Slide
Functies van de onderdelen
Oogleden:
Beschermen de ogen tegen vliegen en stof
Algemeen: Ze zorgen ervoor dat traanvocht over de ogen wordt verspreid en beschermen de ogen tegen bijvoorbeeld stof.
Wimpers:
Beschermen de ogen tegen vuil en te fel licht.
Bij fel licht knijp je je ogen bijna dicht en kijk je door je wimpers heen.
Wit : het harde oogvlies
Gekleurd : de iris (met de spiertjes)
Zwart : de pupil
Over de de iris en de pupil zit het hoornvlies, dat is een kleurloos vlies.
Deze onderdelen zie je:
Slide 4 - Slide
Wat beschermt onze ogen tegen vliegjes?
A
wenkbrauwen
B
oogleden
C
wimpers
D
traanklieren
Slide 5 - Quiz
De __________ maakt traanvocht.
A
wenkbrauw
B
wimpers
C
traanklier
D
traanbuis
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Video
De onderdelen van het oog
Slide 8 - Slide
Harde oogvlies
4
Netvlies
5
Gele vlek
6
Oogzenuw
7
Blinde vlek
8
Glasachtig lichaam
9
Vaatvlies
10
Leesbandje, deze zit vast aan de .......
11
Lens
12
Hoornvlies
1
Iris
2
Pupil
13
Oogspier zie je niet in de afbeelding. Er zijn er 6.
3
Oogspier zie je niet in de afbeelding. Er zijn er 6.
3
Leer de onderdelen (houdt de muis op de nummers)
Slide 9 - Slide
in volgorde: 3 - 4 - 7 - 8
A
3 pupil - 6 hoornvlies
7 blinde vlek - 8 iris
B
3 lens - 6 vaatvlies
7 oogzenuw - 8 iris
C
3 lens - 4 netvlies
7 oogzenuw - 8 pupil
D
3 lens - 6 glasachtig lichaam
7 oogzenuw - 8 iris
Slide 10 - Quiz
De buitenste laag van je oog heet
A
Vaatvlies
B
Harde oogvlies
C
Netvlies
D
Pupil
Slide 11 - Quiz
Geef de juiste naam van nummer 4
A
hoornvlies
B
pupil
C
iris
D
glasachtig lichaam
Slide 12 - Quiz
Hoornvlies:
Licht doorlatend en beschermt
Iris:
Regelt de hoeveelheid licht die in het oog valt. Geeft door kleurstoffen het oog kleur.
Harde oogvlies:
Ook wel harde oogrok genoemd. Geeft stevigheid.
Netvlies:
Omzetten van lichtprikkels in impulsen
Gele vlek:
Op deze plek probeer je het beeld op het netvlies te krijgen zodat je scherp ziet.
Lens:Verkleint en draait het beeld om
Oogzenuw:
Stuurt impulsen (elektrische signaaltjes) naar de hersenen.
Blinde vlek:
Dit is de plek waar de zenuw zit. Als een beeld hierop valt, zie je het niet.
Glasachtig lichaam:
Geeft stevigheid
Vaatvlies (bloedvaatjes).
Geeft het oog van zuurstof en voedingsstoffen en zorgt voor de afvoer van bijv. afvalstoffen.
Pupil:
Licht gaat door dit gat. Bij een ander zie je het donkerste binnen van het oog. De grootte wordt bepaald door de iris.
Leer de functies van de onderdelen van het oog
Slide 13 - Slide
Harde oogvlies ook wel harde oogrok genoemd. Geeft stevigheid.
4
Netvlies. Omzetten van lichtprikkels in impulsen
5
Gele vlek. Plek met veel kegeltjes (kleur zien). Op deze plek probeer je het beeld op het netvlies te krijgen zodat je scherp ziet.
6
Oogzenuw. Stuurt impulsen (elektrische signaaltjes) naar de hersenen.
7
Blinde vlek. Dit is de plek waar de zenuw zit. Op deze plek bevinden zich geen kegeltjes of staafjes.
8
Glasachtig lichaam. Geeft stevigheid
9
Vaatvlies (bloedvaatjes). Voorziet het oog van zuurstof en voedingsstoffen en zorgt voor de afvoer van bijv. afvalstoffen
10
Lensbandje, deze zit vast aan de iris. De lens kan boller en platter worden.
11
Lens. Verkleint en draait het beeld om
12
Hoornvlies, licht doorlatend en beschermend.
Extra info (niet leren): Het hoornvlies en de lens bevatten geen bloedvaten. Ze krijgt voedingsstoffen uit het 'kamerwater' dat zich direct achter het hoornvlies bevindt.
1
Iris. Regelt de hoeveelheid licht die in het oog valt. Geeft door kleurstoffen het oog kleur. Daardoor zie je de bloedvaatjes niet.
2
Pupil. Door de pupil komt het licht het oog binnen. Als je naar de pupil van een ander kijkt zie je het donkerste binnen van het oog. De grootte van de pupil wordt bepaald door de iris.
De pupil reageert ook op emoties: groter: verbaasd, blij - kleiner: grote schrik. De pupil kan er ook anders uitzien door medicijnen / drugs.
13
Oogspier zie je niet in de afbeelding. Er zijn er 6. Je kunt daardoor naar boven, beneden, links, rechts en schuin rechts en links kijken.
3
Oogspier zie je niet in de afbeelding. Er zijn er 6.
Je kunt daardoor naar boven, beneden, links, rechts en schuin rechts en links kijken.
3
Leer de functies van de onderdelen
(houdt de muis op de nummers)
Slide 14 - Slide
Deze zorgt ervoor dat het beeld op de gele vlek (juiste plek op het netvlies) terechtkomt
A
De iris
B
Het netvlies
C
De blinde vlek
D
De lens
Slide 15 - Quiz
Dit is de beschermlaag om het oog heen
A
Pupil
B
Harde oogvlies
C
Glasachtig lichaam
D
Lens
Slide 16 - Quiz
Ogen zijn gevoelig voor alle prikkels?
A
Juist
B
Onjuist
Slide 17 - Quiz
Zonder dit onderdeel zou het oog geen voedingsstoffen en zuurstof krijgen
A
Harde oogvlies
B
Vaatvlies
C
Netvlies
D
Glasachtig lichaam
Slide 18 - Quiz
Huiswerk
Maak:opdracht 18 t/m 20 (blz 56 & 58 werkboek)
Probeer dit nu zo veel mogelijk uit je hoofd te maken.