3h1 Woordenschat les 4

Woordenschat les 4 
Terugblik H2 
Verder met H4
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

This lesson contains 18 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Woordenschat les 4 
Terugblik H2 
Verder met H4

Slide 1 - Slide

Nieuwe single Acda en De Munnik
Morgen wordt fantastisch

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Verder met woordenschat
Stijlfiguren

Welke drie stijlfiguren hebben we in H2 ook alweer geleerd?
 

Slide 4 - Slide

Stijlfiguren H2

- hyperbool
- understatement (litotes)
- eufemisme


Slide 5 - Slide

eufemisme en understatement

Slide 6 - Slide

Stijlfiguren hoofdstuk 4
Twee verschillende manieren waarop je iets dubbelop kunt zeggen.

Is dat altijd fout?
Soms wel, soms is het bedoeld om extra nadruk te leggen en is het niet fout.

Slide 7 - Slide

Stijlfiguren hoofdstuk 4
Wat is er dubbelop in de volgende zinnen?

  1. Als je je abonneert, krijg je gratis en voor niets een welkomstgeschenk.
  2. Eventueel kan Vincent uit 3b jou mogelijk helpen met die sommen.
  3. Het orkest beëindigde het concert uiteindelijk met een daverend slotakkoord.


Slide 8 - Slide

Stijlfiguren hoofdstuk 4
Wat is er dubbelop in de volgende zinnen?

  1. Als je je abonneert, krijg je gratis en voor niets een welkomstgeschenk.
  2. Eventueel kan Vincent uit 3b jou mogelijk helpen met die sommen.
  3. Het orkest beëindigde het concert uiteindelijk met een daverend slotakkoord.


Twee woorden die hetzelfde betekenen

Slide 9 - Slide

Stijlfiguren hoofdstuk 4
Wat is er dubbelop in de volgende zinnen?

  1. Als je je abonneert, krijg je gratis en voor niets een welkomstgeschenk.
  2. Eventueel kan Vincent uit 3b jou mogelijk helpen met die sommen.
  3. Het orkest beëindigde het concert uiteindelijk met een daverend slotakkoord.


Een eigenschap van iets herhalen

Slide 10 - Slide

Stijlfiguren hoofdstuk 4
Wat is er dubbelop in de volgende zinnen?

  1. Als je je abonneert, krijg je gratis en voor niets een welkomstgeschenk.
  2. Eventueel kan Vincent uit 3b jou mogelijk helpen met die sommen.
  3. Het orkest beëindigde het concert uiteindelijk met een daverend slotakkoord.


Slide 11 - Slide

Stijlfiguren hoofdstuk 4
Wat is er dubbelop in de volgende zinnen?

  1. Als je je abonneert, krijg je gratis en voor niets een welkomstgeschenk.
  2. Eventueel kan Vincent uit 3b jou mogelijk helpen met die sommen.
  3. Het orkest beëindigde het concert uiteindelijk met een daverend slotakkoord.


Slide 12 - Slide

Stijlfiguren hoofdstuk 4
1) Tautologie
  • Iets wordt dubbel gezegd, met woorden die hetzelfde betekenen.
  • Woorden hebben vaak dezelfde woordsoort.
  • Als het fout is, kan je de zin vaak op twee manieren verbeteren, het geeft niet welk deel je weg laat.

'Ik lever de opdracht later in, want ik ben immers ziek geweest.'
'Ik ben vast en zeker nog op tijd, die docent doet nooit ofte nimmer moeilijk.'

Slide 13 - Slide

Stijlfiguren hoofdstuk 4
1) Pleonasme
  • Een eigenschap van een zaak of persoon wordt herhaald.
  • Vaak horen de woorden bij verschillende woordsoorten. (Ronde cirkel)
  • Als het fout is, kan je de zin maar op één manier verbeteren, door de vanzelfsprekende eigenschap weg te laten.
'Opnieuw herbouwen, gratis geschenk, minderjarige kinderen, aanwezige toeschouwers.'
'Stijl: verwoestende wapens of goudgele boterbloemen en knalrode klaprozen'

Slide 14 - Slide

Stijlfiguren hoofdstuk 4
1. De witte sneeuw is prachtig.                             tautologie of pleonasme?
2. Ik luister altijd en eeuwig naar Queen.         tautologie of pleonasme?
3. Stromae geeft zich open en bloot.                tautologie of pleonasme?
4. Mijn uiterste limiet is bereikt!                          tautologie of pleonasme?
5. Waar komt die vieze stank vandaan?           tautologie of pleonasme?
6. Mijn persoonlijke mening is…                          tautologie of pleonasme?
7. Soms heb ik weleens last van mijn nek.      tautologie of pleonasme?



Slide 15 - Slide

Stijlfiguren hoofdstuk 4
1. De witte sneeuw is prachtig.                             tautologie of pleonasme?
2. Ik luister altijd en eeuwig naar Queen.         tautologie of pleonasme?
3. Stromae geeft zich open en bloot.                tautologie of pleonasme?
4. Mijn uiterste limiet is bereikt!                          tautologie of pleonasme?
5. Waar komt die vieze stank vandaan?           tautologie of pleonasme?
6. Mijn persoonlijke mening is…                          tautologie of pleonasme?
7. Soms heb ik weleens last van mijn nek.      tautologie of pleonasme?



  1. pleonasme
  2. tautologie
  3. tautologie
  4. pleonasme
  5. pleonasme
  6. pleonasme
  7. tautologie

Slide 16 - Slide

oefenen 3h1
Nu aan de slag...  

1) Maken
Maak planning 12 (opdracht 1 en 2)
Niet te snel opgeven, je mag overleggen. 
2) Straks...
Nieuwsquiz
Donderdag: verder met woordenschat
Vrijdag: tijd om te lezen/ aan je opdracht 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Link