M4 - formal letter

M4 - formele brief
Ken jij de regels van de formele brief?
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

M4 - formele brief
Ken jij de regels van de formele brief?

Slide 1 - Slide

Waar begin je je brief mee?
A
Je naam
B
Het adres waar je naartoe schrijft
C
Je eigen adres
D
de datum

Slide 2 - Quiz

Hoe moet je eigen adres eruit zien?
A
Pauwenkamp 151 the netherlands
B
Pauwenkamp 151 3607 GK Maarssen The Netherlands
C
Pauwenkamp 151 3607 GK The Netherlands
D
Pauwenkamp 151 Maarssen the Netherlands

Slide 3 - Quiz

Wat komt er na je eigen adres?
A
de datum
B
het adres waar je naartoe schrijft
C
de aanhef
D
je naam

Slide 4 - Quiz

Hoe moet je de datum in je brief schrijven?
A
26 Oktober 2020
B
october 26 2020
C
26 october 2020
D
26 October 2020

Slide 5 - Quiz

Als er in de opdracht géén naam is gegeven (geen persoon waar je naar schrijft). Hoe begin je dan je brief?
A
Dear Sir/Madam,
B
Dear mister or miss,
C
Hello,
D
dear sir, madame

Slide 6 - Quiz

Mag je deze zin zo in je brief schrijven?

I'm a 16 year old boy.
A
ja
B
nee

Slide 7 - Quiz

Mag je deze zin zo in je brief schrijven?
I live in Maarssen, a village near Utrecht.
A
ja
B
nee

Slide 8 - Quiz

Mag je deze zin zo in je brief schrijven?

i want to work at your company.
A
ja
B
nee

Slide 9 - Quiz

Vertaal de volgende zin:
Ik zou mezelf graag voorstellen.

Slide 10 - Open question

Vertaal de volgende zin:
Ik heb uw informatie online gevonden.

Slide 11 - Open question

Vertaal de volgende zin:
Ik heb een aantal vragen.

Slide 12 - Open question

Welke zin hieronder is een 'passende slotzin'?
A
Write me soon!
B
Bye.
C
Yours faithfully,
D
I look forward to hearing from you.

Slide 13 - Quiz

Als er geen naam is gegeven in de opdracht (geen persoon waar je naar schrijft). Wat is dan de juiste afsluiter?
A
Yours sincerely
B
Yours faithfully,
C
Kind regards,
D
Bye,

Slide 14 - Quiz

Wat komt er na de afsluiter?
A
Eerst je voornaam dan je handtekening.
B
Eerst je handtekening dan je volledige naam.
C
Eerst je volledige naam, dan je handtekening.
D
Je naam

Slide 15 - Quiz

Welk woordenboek mag je gebruiken bij de toets?
A
Nederlands - Engels
B
Engels - Nederlands
C
geen
D
Nederlands - Engels en Engels - Nederlands

Slide 16 - Quiz