This lesson contains 11 slides, with text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
BS 13.6: Afweer
Slide 1 - Slide
13.6 Afweer aantekeningen
noti
ono
3.5 Afweer
Slide 2 - Slide
Afweer
= de verdediging van je lichaam tegen ziekteverwekkers
Slide 3 - Slide
Afweer
= de verdediging van je lichaam tegen ziekteverwekkers
Niet-specifieke afweer:
Huid: talg en andere bacteriën voor bescherming
Slijmvliezen in luchtwegen en darmkanaal
Maagsap
Witte bloedcellen sluiten bacteriën in
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Specifieke afweer met antistoffen
Ziekteverwekker bevat antigeen
Witte bloedcel reageert door antistoffen te maken
Antistoffen hechten op ziekte verwekker aan antigeen
Ziekte verwekker is onschadelijk
Slide 6 - Slide
Natuurlijke immuniteit
= Ontstaat doordat de persoon de ziekte doormaakt
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Immuun
Bij eerste infectie met ziekte leren witte bloedcellen de antistoffen te maken
Eerste infectie: ziek
Tweede infectie: witte bloedcellen maken snel veel antistoffen --> je wordt niet meer ziek = immuun
Slide 9 - Slide
Bestrijden ziekteverwekkers
Bacteriën: antibiotica
Virussen zijn niet te bestrijden, moet je uitzieken
Slide 10 - Slide
Inentingen
Ook door een inenting kun je immuun worden.
Door de inenting leren de witte bloedcellen hoe ze antistoffen moeten maken tegen een bepaalde ziekteverwekker. Als je daarna wordt geïnfecteerd door deze ziekteverwekker, maken de witte bloedcellen snel veel antistof. Je wordt dan niet of minder ziek.
Door inenting wordt ook voorkomen dat ziekten zich verspreiden. Hoe meer mensen zijn ingeënt, hoe minder kans dat de ziekte nog voorkomt.