Eindtoets werkwoordspelling KGT2_deel 1

eindtoets werkwoordspelling
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

eindtoets werkwoordspelling

Slide 1 - Slide

Typ hoe je het werkwoord hoort te schrijven.

t.t. = tegenwoordige tijd
v.t. =  verleden tijd
v.dw. = voltooid deelwoord

staat er niets? Kijk dan goed in de zin welke tijd je moet invullen.

Slide 2 - Slide

De minister … (vermijden t.t.) de moeilijke vragen het liefst.

Slide 3 - Open question

Mijn broer … (willen t.t.) het liefst elke avond friet eten.

Slide 4 - Open question

De schrijver … (overwegen t.t.) om een nieuwe computer aan te schaffen.

Slide 5 - Open question

… (branden t.t.) je je vingers niet aan die hete pan?

Slide 6 - Open question

De politie … (rijden t.t.) soms alleen met zwaailichten.

Slide 7 - Open question

Volgend jaar … (verhuizen t.t.) ik misschien naar een ander land.

Slide 8 - Open question

Waarom … (lezen t.t.) u elke ochtend de rouwadvertenties in de krant?

Slide 9 - Open question

Jij … (worden t.t.) later vast een slimme technicus

Slide 10 - Open question

De zware man … (pletten v.t.) bijna het kleine hondje op de bank.

Slide 11 - Open question

De slang … (sissen v.t.) voortdurend in zijn verblijf.

Slide 12 - Open question

Tijdens het verhoor… (bekennen v.t.) de crimineel nog drie inbraken.

Slide 13 - Open question

Lex … (aanvaarden v.t.) de gevolgen van zijn domme gedrag.

Slide 14 - Open question

Suzy … (fronsen v.t.) haar voorhoofd bij de moeilijke vraag.

Slide 15 - Open question

De konijntjes … (beven v.t.) van angst in hun kleine hok.

Slide 16 - Open question

Verschillende stormen … (verwoesten v.t.) de prachtige kustlijn van het eiland

Slide 17 - Open question

De verhuizers … (stallen v.t.) de volle dozen in de garage.

Slide 18 - Open question

Simon … (kloppen) netjes op de deur voordat hij naar binnen liep.

Slide 19 - Open question

Jaap ... (rijden) straks voor het eerst op zijn nieuwe scooter.

Slide 20 - Open question

Het vliegtuigje … (zweven) even in de lucht waarna het op de grond viel.

Slide 21 - Open question

We hebben vorig jaar op straat ... (schaatsen v.dw).

Slide 22 - Open question

Ik had toen erg hard ... (vriezen v.dw.).

Slide 23 - Open question

Het is lang geleden dat we in de sneeuw hebben ... (spelen v.dw.).

Slide 24 - Open question

Lang geleden had het zo hard ... (sneeuwen v.dw) dat er wel een meter sneeuw lag!

Slide 25 - Open question

Mijn opa heeft me hierover ... (vertellen v.dw.).

Slide 26 - Open question

Er kon toen niet met de auto worden gereden en er kon ook niet worden ... (fietsen).

Slide 27 - Open question