4.2

4.2 Revolutie in Amerika
1 / 31
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

4.2 Revolutie in Amerika

Slide 1 - Slide

In deze paragraaf leer je:
  • Waardoor de Amerikaanse Revolutie begon
  • Hoe de Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog verliep
  • Welke bestuursvorm de Verenigde Staten kreeg

Slide 2 - Slide

Voltaire
Montesquieu
John Locke
Volgens hem had God de wereld geschapen, maar werd de wereld in stand gehouden door natuurwetten
Volgens hem had iedereen gelijke rechten voor de wet. Ook was de koning aangesteld door het volk en niet door God
Hij was tegenstander van het absolutisme en vond dat de overheid moest worden verdeeld over drie machten

Slide 3 - Drag question

Waren de verlichters hier voor of tegen?
Verlichters zijn voor
Verlichters zijn tegen
Vrijheid van meningsuiting
Gelijke rechten voor iedereen
Vrijheid van godssdienst
Ongelijkheid

Slide 4 - Drag question

De Amerikaanse Revolutie begint

Engelsen stichtten dertien kolonies aan de Noord-Amerikaanse oostkust als deel van het Britse rijk.

In de 18e eeuw waren de meeste Amerikaanse kolonisten nooit in het moederland geweest.

Slide 5 - Slide

De Amerikaanse Revolutie begint
In de kolonies woonden mensen met Europese en Afrikaanse achtergronden.

De Afro-Amerikanen woonden vooral in de zuidelijke kolonies.

Slide 6 - Slide

Waarom voelden veel 'Amerikanen' zich niet verbonden met het Britse rijk?

Slide 7 - Open question

De Amerikaanse Revolutie begint
De kolonies hadden grotendeels eigen bestuur.
In 1765 besloot de Britse regering dat Amerikanen belasting moesten betalen.
In 1774 vormden de kolonies het Congres om zich samen te verzetten tegen het Britse rijk.
No taxation without representation

Slide 8 - Slide

Wat was een oorzaak van de Amerikaanse Revolutie?
A
Het eigen bestuur van de kolonies werd afgepakt
B
Amerikanen wilden geen belasting betalen
C
George Washington pleegde een staatsgreep

Slide 9 - Quiz

Onafhankelijkheidsoorlog
Het Congres vormde een leger onder leiding van George Washington om te vechten tegen de Britten.
In 1776 riep het Congres de onafhankelijkheid van de 'Verenigde Staten van Amerika' (VS) uit.

Slide 10 - Slide

Onafhankelijkheids oorlog
Frankrijk biedt hulp aan de Amerikanen, omdat zij Groot-Brittannië willen tegenwerken
George Washington verslaat in 1781 een groot Brits leger, hierdoor is vrede onvermijdelijk.
In 1783 werd de VS officieel erkend als onafhankelijk.

Slide 11 - Slide

Onafhankelijkheidsverklaring
Geschreven door verlicht denker 'Thomas Jefferson'.
Alle mensen gelijk geschapen.
Iedereen heeft recht op leven, vrijheid en geluk.
De regering moet deze rechten beschermen.
Anders mag het volk de regering veranderen/afzetten.

Slide 12 - Slide

1
2
3
4
Het Congres roept de onafhankelijkheid uit
De VS wordt als onafhankelijk erkend
De Amerikanen moeten belasting betalen aan de britten
Het congres vormt een leger

Slide 13 - Drag question

Het bestuur van de Verenigde Staten
De VS kregen in 1787 de eerste grondwet in de wereldgeschiedenis.
De VS werden een verbond van staten (bondstaat/federatie).
De VS werden een democratie.
In een grondwet staat hoe een staat wordt geregeerd en wat de grondrechten van de burgers zijn.
Er kwam een centrale regering, maar de deelstaten hadden ook eigen wetten en parlementen.

Slide 14 - Slide

Wetgevende macht
In de Verenigde Staten ligt de wetgevende macht bij het Congres, die bestaat uit het Huis van Afgevaardigden en de Senaat.
Uitvoerende macht
In de Verenigde Staten ligt de uitvoerende macht bij de President en de vice-president.
Rechtsprekende macht
In de Verenigde Staten ligt de rechtsprekende macht bij het Hooggerechtshof, die bestaat uit onafhankelijke rechters. Zij controleren of de wetten kloppen met wat er in de grondwet staat.


Trias Politica
Charles Montesquieu bedacht de Trias Politica, de scheiding der machten, om de politiek zo mee in te richten dat machtsmisbruik voorkomen kon worden. De Trias Politica is toegepast in de Amerikaanse grondwet.

Slide 15 - Slide

Het bestuur van de Verenigde Staten
President wordt om de vier jaar gekozen. In 1788 werd Washington gekozen tot de eerste president van de VS. 


In de Bill of Rights staan de grondrechten van de Amerikaanse burgers vastgelegd zoal: vrijheid van godsdienst, vrijheid van meningsuiting, het recht op een eerlijk proces en het recht op wapenbezit. 

Slide 16 - Slide

Hoe werken de Amerikaanse presidentsverkiezingen?

Slide 17 - Slide

3

Slide 18 - Video

00:35
Huh, zei hij nou dat je niet de meeste stemmen hoeft te hebben om president te worden?
A
Ja dat klopt
B
Nee dat heb je niet goed verstaan.

Slide 19 - Quiz

01:47
De presidentverkiezingen zijn direct of indirecte verkiezingen.
A
direct
B
indirect

Slide 20 - Quiz

04:01
Waarom wordt de meeste campagne in de Swingstates gevoerd?

Slide 21 - Open question

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Waarom past de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring/het bestuur bij de ideeën van de verlichting?

Slide 24 - Open question

Welke van deze mannen, die belangrijk is geweest voor de stichting van de VS, kan ook wel worden gezien als 'verlicht denker'
A
George Washington
B
Thomas Jefferson
C
George III
D
Thomas Paine

Slide 25 - Quiz

Welke verlichte denker zal de inspiratie zijn geweest voor de inrichting van het bestuur in de VS?
A
John Locke
B
Montesquieu
C
Voltaire
D
Diderot

Slide 26 - Quiz

Sleep de juiste woorden en figuren naar de juiste macht.
Wetgevende macht
Uitvoerende macht
Rechtsprekende macht
President
Congres
Hooggerechtshof
Huis van Afgevaardigden
Vice-president
Onafhankelijke rechters
Senaat

Slide 27 - Drag question

Waarom richtten de Amerikanen het Congres op?
A
Ze wilden graag centrale wetgeving
B
Ze hadden een nieuw parlement nodig
C
Samen stonden ze sterker tegen de Britten

Slide 28 - Quiz

Dekolonisatie betekent ...
A
Het afhankelijk worden van kolonies
B
Het onafhankelijk worden van kolonies
C
Oorlog voeren tegen het moederland
D
Samenwerken tegen het moederland

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Video

Wie heeft de uitvoerende macht in de VS?
A
Het Congres
B
De president
C
Het Hooggerechtshof
D
De Senaat

Slide 31 - Quiz