Algemene leertips; voeding, slapen, rust en volgehouden aandacht en de Encoding Specifity Principle

Algemene leertips; voeding, slapen, concentratie, herhalen en de Encoding Specifity Principle
1 / 35
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Algemene leertips; voeding, slapen, concentratie, herhalen en de Encoding Specifity Principle

Slide 1 - Slide

Lesdoel
Aan het eind van deze les heb je voor jezelf enkele bruikbare tips gekozen die je gaat inzetten.


Slide 2 - Slide

FEIT:
Je hersenen gebruiken 30% van alle energie die je lichaam verbruikt als je aan het leren bent.

Goed voor je lichaam zorgen = goed voor je hersenen zorgen.

Slide 3 - Slide

Waar moet je niet te veel van eten of drinken?
A
vlees
B
water
C
groente
D
fruit

Slide 4 - Quiz

Uitleg antwoord
Vlees bevat verzadigde vetten. 
Verzadigde vetten hebben een negatief effect op je hersenen.
Alle dierlijke producten bevatten verzadigde vetten.
In koek, chocola, gebak, snacks, boter, magarine, kokos- en palmolie, melk en kaas zitten ook veel verzadigde vetten.

Slide 5 - Slide

Hoeveel suikerklontjes zitten er in een glas cola van 250cl?
A
3 suikerklontjes
B
7 suikerklontjes
C
5 suikerklontjes
D
9 suikerklontjes

Slide 6 - Quiz

SUIKER

Slide 7 - Slide

Hoeveel suikerklontjes zitten er n een marsreep?
A
4 suikerklontjes
B
8 suikerklontjes
C
6 suikerklontjes
D
10 suikerklontjes

Slide 8 - Quiz

Nog een paar voorbeelden:
Snickers: 9 suikerklontjes.
Twix (2) : 8 suikerklontjes.
Blikje Red Bull: 6 suikerklontjes.

Slide 9 - Slide

Waarom is suiker niet goed voor je?
  • Als je iets eet of drinkt waar veel suiker inzit, krijg je eerst een kick. Je krijgt een energieboost.
  • Als die kick is uitgewerkt, kak je helemaal in. Je wordt slaperig en je kunt je minder goed concentreren.
  • Een suikerpiek wordt dus gevolgd door een suikerdip.

Slide 10 - Slide

Hoe luidt onze schoolregel voor energydrankjes?

A
We hebben geen regel voor energydrankjes.
B
Ze zijn niet toegestaan
C
Die mag je in de pauzes opdrinken.
D
Je mag ze alleen tijdens een toets drinken.

Slide 11 - Quiz

Feitjes:
  • Energydrankjes zorgen voor grote suikerschommelingen (suikerpieken en suikerdips).
  • Als je ze laat op de dag neemt, kan het zorgen voor slapeloosheid.
  • Je kunt er "verslaafd" aan raken. Je hebt dan het gevoel dat je ze nodig hebt. Dat je zonder niet goed kunt functioneren.

Slide 12 - Slide

Samenvattend:
  • Vermijd te veel verzadigde vetten.
  • Wees zuinig met suikers.
  • Vermijd energydrankjes.
  • Eet gevarieerd en gezond.
  • Drink minimaal 2 liter water per dag.
  • Eet met aandacht zodat je voelt wanneer je genoeg hebt.

Slide 13 - Slide

Rust en slapen

Slide 14 - Slide

Feit:
  • Als je slaapt verwerken je hersenen de informatie van de afgelopen dag. 

Slide 15 - Slide

Hoeveel slaap heeft een 12-jarige nodig?
A
9-11 uur slaap
B
7-9 uur slaap
C
8-10 uur slaap
D
10-11 uur slaap

Slide 16 - Quiz

Hoeveel slaap heeft een 15-jarige nodig?
A
6-8 uur slaap
B
7-9 uur slaap
C
8-10 uur slaap
D
9-11 uur slaap

Slide 17 - Quiz

Tips voor goed slapen:

  • 1 uur voor het slapen alle schermpjes uit.
  • Ga even wandelen voordat je naar bed gaat.
  • Laat je telefoon beneden.
  • Slaap lekker uit in het weekend als je daar behoefte aan hebt. (luister naar je lichaam.)
  • Zet een raam open op je slaapkamer. Dan is er meer zuurstof beschikbaar voor je hersenen

Slide 18 - Slide

Concentratie. Wat helpt?
  • Leg je telefoon weg. Even kijken op je telefoon? Niet doen: het duurt 10 minuten voordat je je concentratie terug hebt.
  • Zorg voor een opgeruimd bureau. 
  • Zorg voor een goede zithouding. (rechtop)
  • Zorg voor een goede planning.
  • Druk in je hoofd (ik moet nog... en .... ). Schrijf die zaken even op, dan hoef je er niet meer aan te denken.
  • Zorg voor goed licht.
  • Neem na elke 30 minuten een korte pauze.
  • Zorg ervoor dat je niet gestoord wordt.
  • Lukt het niet? FAKE IT TILL YOU MAKE IT. Doe alsof je geconcentreerd aan het werk bent, Zo train je je concentratie en dan lukt het  op een gegeven moment weer.

Slide 19 - Slide

Leren is herhalen:
Dat heeft te maken met je werkgeheugen, kortetermijngeheugen en je langetermijngeheugen.


Slide 20 - Slide

Werkgeheugen:
  • Het kortetermijngeheugen kan max 5 tot 9 elementen kort vasthouden (een boodschappenlijstje: dat ben je heel gauw weer vergeten)
  • Het werkgeheugen kun je niet gebruiken tijdens het leren. De leerstof verdwijnt weer gauw.

Slide 21 - Slide

Het langetermijngeheugen:
  • Leren is herhalen!!! Een bekend voorbeeld daarvan is:
  • De vergeetcurve van Ebbinghaus die vaak genoemd wordt bij het leren van woordjes. 
  • Na 24 uur ben je ruim 60 % van je geleerde woordjes vergeten.
  • 5 keer herhalen is effectief. Dan verplaatst het geleerde via je kortetermijngeheugen naar  het langetermijngeheugen.

Slide 22 - Slide

Wanneer herhaal je?
Opletten in de les en huiswerk maken. Als je dat goed doet, ben je al aan het herhalen.


Slide 23 - Slide

Let jij altijd goed op tijdens de uitleg van de docent?

Slide 24 - Mind map

Voor welk vak maak jij nooit je huiswerk?

Slide 25 - Mind map

Herhalen is altijd, bij alle vakken zinvol. Zo simpel kan herhaling eruit zien:
  • moment 0: je luistert goed naar de uitleg van de docent tijdens de les.
  • herhaalmoment 1: Je maakt een samenvatting van de leerstof. (thuis of op school).
  • herhaalmoment 2: Je maakt de opdrachten bij de leerstof (huiswerk of op school).
  • herhaalmoment 3: Je kijkt de opdrachten na (in de les of thuis).
  • herhaalmoment 4: Je gaat de toets over de leerstof leren. Doe dat in delen en zorg voor herhaling. 


Slide 26 - Slide

Herhaling: hoe actiever je zelf bent, hoe beter

Slide 27 - Slide

Nog een paar feitjes:
  • Leren van papier is effectiever dan leren van een scherm.
  • Gebruik je zintuigen tijdens het leren. Lees bijvoorbeeld hardop of volg dat wat je leest met je vinger.
  • Maak aantekeningen.

Slide 28 - Slide

The Specifity Principle.
DE WAT????????

Slide 29 - Slide

ESP (encoding specifity principle)

  • Een heel moeilijke term. Laten we het ESP noemen.
  • Wat houdt het in?
  • Neem tijdens het leren een voorwerp met een bijzondere vorm of structuur in je handen.
  • Dat voorwerp moet je ook tijdens de toets in handen kunnen houden.
  • Neem bijvoorbeeld een gekarteld gummetje, of een pen met een afgebroken lipje, een potlood zonder punt.
  • Als je dit voorwerp tijdens het leren en tijdens het maken van een toets in handen houdt, gebeurt er iets opmerkelijks in je hersenen.
  • tijdens het maken van de toets, zorgt het vasthouden van dat voorwerp ervoor dat het hersendeel met daarin de opgedane kennis geactiveerd wordt.

Slide 30 - Slide

Welke tip ga jij gebruiken?
We hebben het gehad over:
  • Voeding (verzadigde vetten, suiker, energydrankjes)
  • Rust en slapen
  • Concentratie
  • Herhalen
  • ESP


Slide 31 - Slide

Welke tip(s) ga jij gebruiken?

Slide 32 - Mind map

Welk cijfer zou je voor deze les geven?
010

Slide 33 - Poll

Welk cijfer zou je jezelf geven voor jouw concentratie tijdens deze les?
010

Slide 34 - Poll

Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 35 - Poll