This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
lundi 25 janvier 2021
1) herhalen regelmatige ww op -er
2) herhalen kleuren
3) uitleg kleding en kleuren
4) aan het werk
Slide 1 - Slide
1) herhalen regelmatige ww op -er
Slide 2 - Slide
porter
- Het Franse werkwoord porter betekent dragen
- porter is een regelmatig werkwoord op -er
Slide 3 - Slide
Vertaal: ik draag
Slide 4 - Open question
Vertaal: wij dragen
Slide 5 - Open question
vertaal: zij dragen (m)
Slide 6 - Open question
2. Kleuren (herhaling)
Slide 7 - Slide
Vertaal: rood
Slide 8 - Open question
Vertaal: groen
Slide 9 - Open question
Vertaal: blauw
Slide 10 - Open question
Vertaal: bruin
A
brun
B
marron
C
noir
D
gris
Slide 11 - Quiz
3. Uitleg kleding en kleuren
Slide 12 - Slide
Welke Franse woorden voor kledingstukken ken je al?
Slide 13 - Mind map
Slide 14 - Video
un pantalon
une casquette
une robe
des chaussettes
Slide 15 - Drag question
une jupe
des chaussures
un blouson
un tee-shirt
Slide 16 - Drag question
De kleur (bijvoeglijk naamwoord) past zich aan het kledingstuk (zelfstandig naamwoord) aan
mannelijk
vrouwelijk
enkelvoud
er gebeurt niks
+ E
meervoud
+ S
+ ES
Slide 17 - Slide
Bijvoorbeeld:
de blauwe jurk
de jurk = la robe => vrouwelijk enkelvoud
blauw = bleu + e
de blauwe jurk = la robe bleue
Slide 18 - Slide
Bijvoorbeeld:
de groene schoenen
de schoenen = les chaussures => vrouwelijk meervoud
groen = vert + es
de groene schoenen = les chaussures vertes
Slide 19 - Slide
Let op!
Als de kleur al op een e eindigt, komt er bij vrouwelijk enkelvoud geen extra e => le pantalon rouge (de rode broek) => la robe rouge (de rode jurk)
Slide 20 - Slide
Let op!
Als de kleur al op een s eindigt, komt er bij mannelijk meervoud geen extra s => le pantalon gris (de grijze broek) => les pantalons gris (de grijze broeken)
Slide 21 - Slide
Ga nu zelf aan de slag!
1) Neem de kledingstukken op blz. 60 voor je
2) Schrijf op wat je vandaag draagt (dragen = porter)