This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Commons
Slide 1 - Slide
Leerdoel
Kunnen verklaren waarom een groot glas drinken met twee rietjes sneller op gaat dan twee kleine met eigen rietje
+ herhaling speltheorie
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
00:45
Hoeveel vis zou je elke dag moeten vangen om de voedselvoorziening te optimaliseren?
A
1
B
2
C
de helft
D
zoveel mogelijk
Slide 4 - Quiz
01:28
Welke stelling is juist?
A
Vis in het meer is niet-uitsluitbaar en niet-rivaliserend
B
Vis in het meer is een clubgoed
C
Vis in het meer is niet-uitsluitbaar, maar wel rivaliserend
D
Vis in het meer is een individueel goed
Slide 5 - Quiz
03:10
Hoe noemen we de spelsituatie die nu ontstaat?
Slide 6 - Open question
03:59
Welke oplossingen zou je kunnen bedenken voor het probleem met de vissen in het meer?
Slide 7 - Open question
Tragedy of the commons
Gemeenschappelijke goederen, gemeenschappelijk gebruik
Vrij en ongelimiteerde toegang
Maar daardoor: tragedie
Slide 8 - Slide
https:
Slide 9 - Link
Oplossingen
Eigendomsrechten
Afdwingbare regels
Slide 10 - Slide
Aan de slag
Afronden module - deel 1 (t/m opdracht 11)
straks speltheorie
timer
10:00
Slide 11 - Slide
Herhaling speltheorie
Aan het eind van de les kun je een simultaan spel analyseren aan de hand van de best respons methode om zo eventuele dominante strategieën en Nash-evenwichten te vinden.
Slide 12 - Slide
Speltheorie
Speltheorie is een wetenschappelijke discipline, waarmee spelsituaties kunnen worden geanalyseerd.
Een spel Een spel is een situatie, waarin spelers afhankelijk zijn van elkaars keuzes. Het resultaat van jouw strategie hangt af van de keuzes die de andere speler maakt, d.i. de strategie van de ander.
Slide 13 - Slide
Gedachtenexperiment
Een klas heeft een proefwerk economie slecht gemaakt en de docent besluit een spel
te spelen waar de leerlingen een bonus mee kunnen verdienen.
Hij besluit dat alle leerlingen de tafels uit elkaar moeten schuiven zodat de leerlingen niet bij elkaar af kunnen kijken en ze mogen ook niet overleggen met elkaar. Hij geeft iedereen een leeg briefje waar ze hun naam en een getal tussen de 0 en 100 op moeten schrijven (nul doet ook mee). Hij zegt de leerlingen vóórdat ze het briefje schrijven hoe het spel werkt: van alle scores van de briefjes wordt het gemiddelde uitgerekend. Dan wordt het gemiddelde vermenigvuldigd met 2/3. De leerling die het dichtste bij deze uitkomst zit krijgt een punt bonus op het proefwerk.
Slide 14 - Slide
Getal tussen 0-100. Gemiddelde * 2/3 Welk getal zou jij opschrijven?
Slide 15 - Open question
Nog een situatie
Je hebt de keuze tussen A en B
Twee leerlingen worden aan elkaar gekoppeld
Kiezen beide A: dan krijgen ze een 6
Kiezen beide B: dan krijgen ze een 8
Kiest leerling 1 A, en leerling 2 B: dan krijgt leerling 1 een 9 en leerling 2 een 5. En andersom
Slide 16 - Slide
5
6
8
9
5
6
8
9
Slide 17 - Drag question
Is hier sprake van een gevangenendilemma?
A
Ja
B
Nee
Slide 18 - Quiz
Gevangenendilemma: elke speler heeft een dominante strategie, maar ze komen uit in een suboptimaal evenwicht.
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Drag question
A is voor beiden de dominante strategie
6,6 is de uitkomst: sub-optimaal
Tekst
Slide 21 - Slide
6,6 is een Nash-evenwicht: gegeven deze situatie heeft geen van beide spelers een neiging om van strategie te veranderen