Oefenles rekenen (bij wiskunde)

Welkom
Fijn dat je er bent en dat je spullen klaar liggen.

Vandaag gaan we oefenen voor jullie rekentoets. Je mag vast inloggen!
1 / 25
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom
Fijn dat je er bent en dat je spullen klaar liggen.

Vandaag gaan we oefenen voor jullie rekentoets. Je mag vast inloggen!

Slide 1 - Slide

Zet de volgende getallen op volgorde van klein naar groot
Klein
groot
4,05
4,02
4,99
4,959

Slide 2 - Drag question

Schrijf de eerste twee veelvouden van 4 op.
Notatie: 1,2

Slide 3 - Open question

Schrijf de eerste twee veelvouden van 5 op.
Notatie: 1,2

Slide 4 - Open question

Schrijf alle delers van 9 op.
Notatie: 1,2

Slide 5 - Open question

Schrijf alle delers van 12 op.
Notatie: 1,2

Slide 6 - Open question

Zet de volgende getallen op volgorde van klein naar groot
Klein
groot
5,1
5,24
5,4
5,01

Slide 7 - Drag question

Kies het juiste antwoord.
7 is ..
A
even
B
oneven

Slide 8 - Quiz

Kies het juiste antwoord.
11 is ..
A
even
B
oneven

Slide 9 - Quiz

Kies het juiste antwoord.
180 is ..
A
even
B
oneven

Slide 10 - Quiz

Schrijf met alleen getallen.
58,7 miljard

Slide 11 - Open question

Schrijf met alleen getallen.
5,7 miljoen

Slide 12 - Open question

Schrijf in woorden + cijfers.
12 430 000
A
12 miljoen
B
12,43 miljoen
C
12 miljard
D
12,43 miljard

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Velp heeft 18 230 inwoners.
Hoeveel inwoners zijn dat afgerond op tienduizendtallen?

Slide 15 - Open question

73 is afgerond op tientallen

Slide 16 - Open question

8506 is afgerond op duizendtallen

Slide 17 - Open question

Mischa heeft een vakantiebaantje. De eerste week verdient hij € 87. De tweede week verdient hij € 79.
Vul in. Intotaal heeft hij ... euro verdiend.

Slide 18 - Open question

Klas 1A heeft 17 leerlingen en klas 1B heeft 23 leerlingen.
Hoeveel leerlingen hebben de twee klassen samen?
Vul in. In de klassen samen zitten .... leerlingen.

Slide 19 - Open question

84 - 38 =

Slide 20 - Open question

92 - 37 =

Slide 21 - Open question

Fennah heeft € 76 gespaard. Zij koopt een tennisracket van haar spaargeld. Het tennisracket kost € 47.

Slide 22 - Open question

122 - 63 =

Slide 23 - Open question

Luuk schrijft elke dag de kilometerstand van zijn fiets op.
Gisteren was de kilometerstand 76. Vandaag schrijft Luuk 123 op.
Vul in. Luuk heeft vandaag ... km gefietst.

Slide 24 - Open question

735 - 428

Slide 25 - Open question