1. Open een document op je MacBook.
2. Schrijf in het Nederlands een kort verhaaltje over het plaatje.
Je mag schrijven wat je wil.
4. Lees je verhaaltje aan iemand voor.
5. Vraag of de luisteraar kenmerken van fictie en van non-fictie heeft herkend.
6. Noteer het antwoord van de luisteraar onder je verhaaltje.