Les 2 en 3

Planning lesuur 1
Maken opdracht bloem
Uitleg
Opdrachten
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Planning lesuur 1
Maken opdracht bloem
Uitleg
Opdrachten

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Ken onderdelen bloem met functie.
Je weet verschil tussen eenslachtig en tweeslachtig
Je weet wat bestuiving is.
Verschillen tussen insectenbloemen en windbloemen.
Verschil tussen zelf- en kruisbestuiving.

Slide 2 - Slide

Pak je studiewijzer
Maak opdracht begrippenlijst onderdelen en functies van een bloem.

Pak ook een bloem uit de vaas en zoek ze in de echt bloem op.

Tijd over? Opdracht 6 practicum.

Slide 3 - Slide

Bloemen voor voortplanting
Voortplanting 

Slide 4 - Slide

Waarvoor zijn meeldraden en stamper?
Meeldraden: bestaan uit de helmknop en de helmdraad.
Helmknoppen maken veel stuifmeel(korrels)

Stamper:  bestaat uit de stempel, stijl en vruchtbeginsel

vruchtbeginsel:  zitten de zaadbeginsels, in elke zaadbeginsel zit 1 eicel.

Stuifmeelkorrels(mannelijk) en de eicellen(vrouwelijk) zijn de voortplantingscellen van een plant.

Slide 5 - Slide

Bloem

Voortplantingorganen van een plant.


2 soorten bloemen:

1.Insectenbloemen

2.Windbloemen


Slide 6 - Slide

Wat zou aantrekkelijk zijn voor een insect?

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Slide

Wat zijn de mannelijke voortplantingsorganen van een bloem?
A
stamper
B
kelkblad
C
meeldraden

Slide 9 - Quiz

Waaruit bestaat de stamper?
A
Stempel - stijl - zaadbeginsel
B
stempel - stijl - vruchtbeginsel
C
helmdraad - helmknop

Slide 10 - Quiz

Wat is bestuiving (gedetailleerd)

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Slide

Aan de slag
Kijk in studiewijzer en ga aan de slag 

Hierna PAUZE
timer
1:00

Slide 13 - Slide

Leerdoelen
Ken onderdelen bloem met functie.
Je weet verschil tussen eenslachtig en tweeslachtig
Je weet wat bestuiving is.
Verschillen tussen insectenbloemen en windbloemen.
Verschil tussen zelf- en kruisbestuiving.

Slide 14 - Slide

Planning lesuur 2
Zelf werken

Slide 15 - Slide

Aan de slag
1. Lees 2.4 en maak begrippenlijst.
2. Opdrachten 15 t/m 20


Let op: Jij maakt de afweging: Welke opdrachten doe ik en wat niet? Geef jezelf ook huiswerk hierin.

Slide 16 - Slide

Leerdoelen
Wat wat bevruchting is.
Weten wat er na bevruchting ontstaat.
Weten hoe vruchten en zaden worden verspreidt.

Slide 17 - Slide

Hoe ontstaan zaden?
Na de bestuiving moet de stuifmeelkorrel vanaf de stempel bij de eicel komen. ( vruchtbeginsel) onderin de stamper.

In het vruchtbeginsel zitten de zaadbeginsels met eicel.

bevruchting: wanneer de celkernen van de stuifmeelkorrel en de eicel samen smelten.

Wat gebeurt en na de bevruchting?
Kroonbladeren en kelkbladeren verschrompelen.
Vruchtbeginsel gaat groeien en wordt een vrucht, tegelijkertijd groeien er zaden.


Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

En dan verder?

Bevruchte cel deelt zich en wordt kiem.


Het zaadbeginsel wordt zaad.


Vruchtbeginsel wordt vrucht.

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide