1. Wissel van werkboek in je tweetal
2. Kijk samen jullie werkboeken kritisch na
(is er goed nagekeken?)
3. Welke fouten hebben jullie gemaakt?
(formuleerfouten, inhoudelijke fouten, geen fouten)
4. Welke 3 vragen zijn het moeilijkst?
Doel: Je weet zometeen alle antwoorden op alle vragen