Koekjes bakken

Bakken
1 / 20
next
Slide 1: Slide
Voortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

Items in this lesson

Bakken

Slide 1 - Slide

Noem de ingrediënten die je nodig hebt om iets te bakken

Slide 2 - Open question

Verschillende baktechnieken
1. Roerdeeg
(gelijke delen bloem, boter, suiker en ei)

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

2. Zandtaartdeeg
(geen vocht waardoor korrelig)

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

3. Kookdeeg
(boter, meel en water koken daarna ei toevoegen)

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

4. Biscuitdeeg
(hetzelfde als roerdeeg maar dan met heel veel lucht erin geklopt)

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

5. gistdeeg
(voor het bakken van brood. gist maakt het deeg luchtig)

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

6. Bladerdeeg / filodeeg
(laagjes deeg met boter ertussen. Hierdoor wordt het deeg heel bros en luchtig)

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Welk deeg is voor dit product gebruik?
A
Zandtaartdeeg
B
Kookdeeg
C
Gistdeeg
D
Bladerdeeg

Slide 15 - Quiz

Welk deeg is voor dit product gebruikt?
A
Zandtaartdeeg
B
Kookdeeg
C
Gistdeeg
D
Bladerdeeg

Slide 16 - Quiz

Welk deeg is voor dit product gebruikt?
A
Zandtaartdeeg
B
Kookdeeg
C
Gistdeeg
D
Bladerdeeg

Slide 17 - Quiz

Welk deeg is voor dit product gebruikt?
A
Zandtaartdeeg
B
Kookdeeg
C
Gistdeeg
D
Bladerdeeg

Slide 18 - Quiz

Werken met een oven.

Slide 19 - Slide

Belangrijk
- Een oven moet altijd 10 minuten voorverwarmen
- Let op het soort oven (gas, hetelucht, electrisch, combi)
- Werk met ovenhandschoenen!
- Pas op bij het open doen van de oven i.v.m. hetelucht.

Slide 20 - Slide