01. H4.1 Smaken verschillen (9-1)

H4 Kopen een kunst
(KGT Paragraaf 1 / B paragraaf 1) 
Smaken verschillen
1 / 26
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

H4 Kopen een kunst
(KGT Paragraaf 1 / B paragraaf 1) 
Smaken verschillen

Slide 1 - Slide

Vandaag
Hoofdstuk 4.1
Rekenvaardigheden
Huiswerk

Klascode

Slide 2 - Slide

Aanpak hoofdstuk 4
  • Opgaven digitaal maken
  • Tijdens de les aantekeningen maken
  • Ook weer een teamsdocument?
  • Einde les: antwoord op de doelen

Slide 3 - Slide

Volgorde hoofdstuk 4
B
KGT
§ 1
§ 1
§ 2
§ 2
§ 5
§ 3
§ 3
§ 5
§ 4
§ 4
-
§ 6
9-1
15-1
16-1
22-1
23-1
29-1
Maandag 5 februari
Toets hoofdstuk 4

Slide 4 - Slide

Doel B§1 / KGT§1

  • (B) Ik kan benoemen waar consumenten op letten bij het kopen van goederen en diensten.
  • (KGT) Ik kan redenen noemen waarom consumenten bepaalde producten kopen.
  • Ik kan uitleggen wat de smaak van consumenten beïnvloedt.

Slide 5 - Slide

Heeft de prijs van een paar schoenen invloed op de keuze die jij maakt bij het kopen ervan?
A
Ja, daar hou ik heel veel rekening mee.
B
Ja, daar hou ik toch een beetje rekening mee.
C
Neen, daar hou ik niet zo veel rekening mee.
D
Neen, de prijs heeft totaal geen invloed.

Slide 6 - Quiz

Hoe belangrijk vind jij het, wat je beste vriend of vriendin vindt van je schoenen?
A
Heel belangrijk
B
Beetje belangrijk
C
Niet zo heel belangrijk
D
Totaal niet belangrijk

Slide 7 - Quiz

Heeft het merk van een paar schoenen invloed op de keuze die jij maakt bij het kopen ervan?
A
Ik wil maar één merk.
B
Ik wil heel graag een merk.
C
Een merk is leuk meegenomen.
D
Een merk is totaal onbelangrijk.

Slide 8 - Quiz

Word jij beïnvloed door anderen?
Vrienden
Influencer
Familie
Reclame
Technologische ontwikkeling
Professioneel advies

Slide 9 - Slide

De consument ben jij als gebruiker van goederen of diensten

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Hoe kun je in de behoeften voorzien?
Goederen zijn tastbare producten, voorwerpen die je aan kunt raken en kunt kopen/verkopen.

Diensten zijn niet-tastbare producten. Zo levert een fietsenmaker een dienst als hij jouw kapotte fiets repareert.

Slide 12 - Slide

goederen = tastbare producten
diensten
(iemand doet iets voor je) = niet tastbaar

Slide 13 - Slide

Wat bepaalt je koopgedrag?
  • leeftijd
  • inkomen
  • mensen in je omgeving vrienden, familie
  • bedrijven (commerciële beïnvloeding, reclame)
  • persoonlijkheid: eigen smaak en voorkeur

Slide 14 - Slide

Groene ketchup?
Eigen smaak?
I-phone vs Samsung
Financiële mogelijkheden?

Slide 15 - Slide

Familie en vrienden
Mode

Slide 16 - Slide

Reclame
Technische vernieuwing

Slide 17 - Slide

Goederen zijn dingen die je kan aanraken bijv. tafel, broek, mobiel en een broodje
Diensten er wordt iets voor je gedaan bijv. kapper, treinreis, zwembad, les en Whats ap

Slide 18 - Slide

Noem een voorbeeld
van een dienst

Slide 19 - Mind map

Reclame kan je aankopen beinvloeden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

Bij welke aankoop speelt smaak geen rol?
A
Een ring
B
Een scooter
C
Een zomerjas
D
Een treinkaartje

Slide 21 - Quiz

Diensten: iets wat een persoon of bedrijf doet voor een ander.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

Rekenvaardigheden
Ik heb klaar liggen: 
  • rekenmachine,
  • pen,
  • papier.

Slide 23 - Slide


Antwoord lesdoel(en)

Slide 24 - Open question


BK

Maken Hoofdstuk 4:
paragraaf 1

(incl rekentrainer)


KGT

Maken Hoofdstuk 4:
paragraaf 1

(incl rekentrainer (2x))

Huiswerk 15 januari

Slide 25 - Slide

Nabespreking
Hoe is het gegaan?
Wat ging goed?
Wat vond je moeilijk?
Welke vragen heb je nog?

Slide 26 - Slide