Dag 7 - Thema 10

Woorden
Thema 10:  Regels en Straf
1 / 14
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Woorden
Thema 10:  Regels en Straf

Slide 1 - Slide

de politie
  • een groep mensen die ervoor zorgen dat iedereen zich aan de wet houdt en dat het veilig is in het land
  • Zin: De politie heeft mij geholpen toen ik een ongeluk had.
37

Slide 2 - Slide

het probleem
  • Een moeilijke situatie
  • Iets wat je niet direct kan oplossen
  • Zin: Ik ben mijn OV-Chipkaart verloren en nu heb ik een probleem.
38

Slide 3 - Slide

de prullenbak
  • een bak om dingen in weg te gooien
  • de prullenbak - de prullenbakken
  • Zin: De prullenbak staat bij de tafel van de docent. 
39

Slide 4 - Slide

de reden
  • je vertelt waarom je iets doet 
  • de reden - de redenen
  • Zin: De reden waarom ik te laat ben: ik had een afspraak.
40

Slide 5 - Slide

de regel
  • de afspraak
  • wat je mag of niet mag
  • de regel - de regels
  • Zin: Op school hebben we regels.
  • Zin: Ik vind deze nieuwe regel niet leuk.
41

Slide 6 - Slide

regelen (ww)
  • zorgen dat er iets gedaan wordt
  • ik regel - wij regelen
  • Zin: Ik ga dat wel even regelen
  • Zin: Regel jij even dat iedereen naar sport gaat?
42

Slide 7 - Slide

............. zorgt ervoor dat iedereen zich aan de wet houdt en dat veilig is in het land.
37

Slide 8 - Open question

Maak een zin met het woord 'probleem'
38

Slide 9 - Open question

Ik moet van mijn docent mijn kauwgom in .... .............. gooien.
39

Slide 10 - Open question

Je bent te laat op school.
Wat is een goede reden?
40

Slide 11 - Open question

Wat is een regel in de klas?
timer
2:00
41

Slide 12 - Open question

Een ander woord (synoniem) voor 'regel' ..........
41
A
zegsel
B
afspraak
C
vertellen
D
praatje

Slide 13 - Quiz

Wat betekent 'regelen'?
42
A
zorgen dat iets gebeurt
B
iets zeggen
C
je mag niks
D
veel keer

Slide 14 - Quiz