ECO CURSUS 1.1 TL

MENS EN MAATSCHAPPIJ
CURSUS 1.1 
1 / 31
next
Slide 1: Slide
mens en maatschappijMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

MENS EN MAATSCHAPPIJ
CURSUS 1.1 

Slide 1 - Slide

Programma

  • Lesdoelen
  • Huiswerk bespreken
  • Theorie
  • Terugblik

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van deze les weet ik ....
  • Economie te maken heeft met inkomsten en uitgaven
  • Geld kun je veilig sparen bij de bank met rente
  • Hoe je een begroting maakt met inkomsten en uitgaven

Slide 3 - Slide

Economie
Economie gaat over inkomsten en uitgaven.

Inkomsten: Geld dat je krijgt of verdient
            loon of salaris

Uitgaven: Geld dat je uitgeeft     
                 

Slide 4 - Slide

Uitgaven


3 soorten uitgaven:
1. Dagelijkse uitgaven: uitgaven die je regelmatig doet
2. Vaste lasten: uitgaven van iedere maand/kwartaal/jaar 
3. Incidentele uitgaven: grote uitgaven

Slide 5 - Slide

Uitgaven die telkens terugkomen
timer
0:20
A
Dagelijkse uitgaven
B
Vaste lasten
C
Incidentele uitgaven

Slide 6 - Quiz

Als je brood koopt bij de bakker noem je dat...
timer
0:20
A
Dagelijkse uitgaven
B
Incidentele uitgaven
C
Vaste lasten

Slide 7 - Quiz

Een fiets kopen is een voorbeeld van een...
timer
0:20
A
Vaste lasten
B
Incidentele uitgaven
C
Wollah ik weet niet
D
Dagelijkse uitgaven

Slide 8 - Quiz

Spaar jij geld? En waarom?
timer
1:00

Slide 9 - Open question

Sparen
                                                                     Geld bewaren
Hoe jij je geld bewaard kan op verschillende manieren:
  • Spaarpot
  • Bank

2 soorten sparen:
1. sparen voor rente
2.sparen uit voorzorg
             Rente: een vergoeding over je spaargeld

Slide 10 - Slide

Maandloon naar weekloon
Maand: iets meer dan 4 weken
Jaar: 12 maanden
Weken in jaar: 52 weken

Slide 11 - Slide

Reken uit: Elke maand verdiend Appie 260,- maar Appie wilt weten hoeveel hij in een week verdiend.
timer
2:00

Slide 12 - Slide

Elke maand verdiend Appie 260,- maar Appie wilt weten hoeveel hij in een week verdiend.
  1.  260,- x 12 = 3.120,-
  2.  3.120,- : 52 = 60,-
  3. Weekloon van Appie is 60,-

Slide 13 - Slide



Wat: Opdracht 8
Hoe: Zelfstandig
Tijd: 4 minuten
Klaar: Maak opdracht 7 
timer
4:00

Slide 14 - Slide

Rente
Rente verschilt per bank en periode
Procenten per jaar        
Alle berekeningen :  je door 100




Slide 15 - Slide

Meneer Wouters spaart elke maand 450 ,- zijn geld op een rekening bij de bank. Zijn rente is 3%. Hoeveel rente krijgt Meneer Wouters na een jaar?
timer
2:00

Slide 16 - Slide

Meneer Wouters spaart elke maand 450 ,- zijn geld op een rekening bij de bank. Zijn rente is 3%. Hoeveel rente krijgt Meneer Wouters na een jaar?
  1. 450,- : 100 = 4,5
  2. 4,5 x 3% = 13,50,-
  3. 4 x 3 = 12 0,50 x 3 = 1,5 12 + 1,5 = 13,50
  4. Meneer Wouters krijgt 13,50,- na een jaar.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Begroting
Budget: bedrag dat je kunt besteden

Hoe ?

Begroting: een overzicht van geplande inkomsten en uitgaven

Slide 24 - Slide

UITGAVEN
INKOMSTEN
Loon
Uitkering
Rente
Vaste lasten
Dagelijks
Incidenteel

EVENWICHT

Slide 25 - Slide

Inkomsten en uitgaven overzicht
Begroting

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Wat zijn inkomsten?
A
Spaargeld
B
Geld dat je krijgt
C
Geld dat je verdient
D
Geld dat je van de overheid krijgt

Slide 28 - Quiz

Waarom sparen mensen geld?
A
Omdat zij bang zijn om beroofd te worden
B
Uit voorzorg en voor de rente
C
Voor de rente die ze krijgen.
D
Voor de rente en een doel

Slide 29 - Quiz

Mevrouw Akar betaald elke maand haar telefoonabonnement. Dit is haar vasten lasten. Waarom is dit een vasten last van haar?
A
Omdat zij gebruikt maakt van haar telefoon
B
Omdat het een uitgaven is die zij moet betalen
C
Omdat het een grote uitgaven is
D
Omdat het een uitgaven is die iedere maand terugkomt

Slide 30 - Quiz

Wat vond jij van deze les?

Slide 31 - Open question