Basisstof 2 Het voortplantingsstelsel van een man

Thema 5
Relaties en Seksualiteit
BS 1 Je verandert
BS 2 Het voortplantingsstelsel van een man
BS 3 Het voortplantingsstelsel van een vrouw
BS 4 Menstruatie
BS 5 Relaties
BS 6 Zwangerschap en Geboorte
BS 7 Veilig vrijen
BS 8 Chlamydia en hiv
1 / 32
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Thema 5
Relaties en Seksualiteit
BS 1 Je verandert
BS 2 Het voortplantingsstelsel van een man
BS 3 Het voortplantingsstelsel van een vrouw
BS 4 Menstruatie
BS 5 Relaties
BS 6 Zwangerschap en Geboorte
BS 7 Veilig vrijen
BS 8 Chlamydia en hiv

Slide 1 - Slide

Herhaling (1)
Vanaf je 12e tot 16e (ongeveer) ben je in de puberteit. Je verandert geestelijk, sociaal en lichamelijk tot een volwassene. 
Je wordt geboren met primaire geslachtskenmerken maar in de puberteit ontstaan er secundaire geslachtskenmerken. 

Slide 2 - Slide

Herhaling (2)
Bij het ontstaan van lichamelijke veranderingen spelen hormonen een rol. Hormonen regelen van alles in je lichaam, bijvoorbeeld de groeispurt die je dan doormaakt. 
Ten slotte verander je allemaal in je eigen tempo, sommige meisjes krijgen okselhaar op hun 10e en anderen op hun 16e jaar.

Slide 3 - Slide

2. De man
Zoals je weet uit basisstof 1 verander je geestelijk, sociaal en lichamelijk in de puberteit.
In je lichaam beginnen je voortplantingsorganen te werken. De voortplantingsorganen samen noem je het voortplantingsstelsel.
Een jongen kan zijn eerste zaadlozing krijgen.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

In het filmpje op het einde wordt er verteld over een zaadlozing in de nacht. Hoe noem je die ook wel?
A
Nachtmerrie
B
Orgasme
C
Natte droom
D
Odol

Slide 6 - Quiz

In het volgende filmpje vertellen dr. Corrie en rapper Willie Wartaal over piemels.
Zoals je weet uit basisstof 1 verander je geestelijk, sociaal en lichamelijk in de puberteit.
In je lichaam beginnen je voortplantingsorganen te werken. De voortplantingsorganen samen noem je het voortplantingsstelsel.
Een jongen kan zijn eerste zaadlozing krijgen.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Voortplantingsstelsel
Op blz. 36 van je boek zie je een naakte man, je ziet een deel van zijn voortplantings- stelsel, een heleboel delen liggen in zijn onderbuik. Je ziet ze op de afbeelding rechts, we gaan ze allemaal doornemen.

Slide 9 - Slide

Zaadcellen (1)
Ongeveer op je 13e jaar beginnen je teelballen te werken, ze maken dan elke dag miljoenen zaadcellen (spermacellen). De teelballen liggen in de balzak (een huidplooi eromheen).

Slide 10 - Slide

Zaadcellen (2)
Zaadcellen worden tijdelijk opgeslagen in de bijballen, bovenop de teelballen.
De balzak met teelballen en bijballen liggen buiten de buikholte, dat is beter voor de ontwikkeling van de zaadcellen.

Slide 11 - Slide

Zaadcellen (3)
Zaadcellen wordne dus gemaakt door de teelballen, het zijn de mannelijke geslachtscellen. 
Zaadcellen hebben een zweepstaart, waarmee ze zich voortbewegen.
Zie de afbeelding hiernaast.
Een man kan tot hij heel oud is nog zaadcellen maken.

Slide 12 - Slide

Sperma (1)
Zie de afbeelding: de zaadleiders vervoeren de zaadcellen. De zaadblaasjes en prostaat voegen vocht toe aan de zaadcellen, zaadblaasjes ook voeding. Dit samen noem je sperma.
Bij de prostaat komen de zaadleiders uit in de urinebuis.

Slide 13 - Slide

Sperma (2)
Bij een zaadlozing komt het sperma door de urinebuis naar buiten.
Ook urine komt vanuit de urineblaas (tijdelijke opslag) door de urinebuis naar buiten, maar dit kan gelukkig niet tegelijkertijd!

Slide 14 - Slide

Penis (1)
De urinebuis loopt door de penis. 
De top van de penis noem je eikel en is erg gevoelig. Over de eikel zit de voorhuid (een dunne huidplooi).

Het aanraken van de eikel is vaak een prikkel waardoor een man opgewonden wordt.

Slide 15 - Slide

Penis (2)
Maak het tussen de voorhuid en de eikel elke dag even schoon met water. 

Sommige jongens hebben geen voorhuid en dan zeg je dat ze zijn besneden. Dit kan zijn wegens geloof (joods/moslim) of een ander e reden.

Slide 16 - Slide

Erectie (1)
Met de penis kan een man zaadcellen inbrengen in het lichaam van de vrouw. Meestal hangt de penis slap maar om de zaadcellen te kunnen inbrengen krijgt een man een 'stijve'  of erectie.

Slide 17 - Slide

Erectie (2)
De zwellichamen (drie, zie hieronder) vullen zich met bloed (links in de afbeelding hieronder) en zo komt de penis in erectie.

Slide 18 - Slide

Erectie (3)
Jongens of mannen worden vaak wakker met een erectie, en soms krijgt de jongen of de man op een vervelend moment een erectie...

Penissen zijn er allemaal anders, maar elke man kan een orgasme krijgen en prettige seks hebben.

Slide 19 - Slide

Zaadlozing (1)
Bij een zaadlozing komt er bij een man met een erectie in schokken sperma uit de penis. 
Per zaadlozing komt er ongeveer een theelepel sperma uit de penis. 
Sperma bevat dus zaadcellen in een witte plakkerige vloeistof uit de prostaat en zaadblaasjes.

Slide 20 - Slide

Zaadlozing (2)
Een zaadlozing geeft de man een lekker gevoel en noem je klaarkomen of orgasme. 
Een man kan een zaadlozing krijgen op verschillende manieren: 
- geslachtsgemeenschap (op en neer bewegen van de penis in de vagina)
- zelfbevreding of masturbatie
- 's nachts vanzelf (natte droom)

Slide 21 - Slide

Mannelijk geslachtsorgaan
In het filmpje op de volgende slide wordt nog even doorgenomen welke onderdelen we hebben behandeld en waar de onderdelen van sperma vandaan komen. 
Ten slotte zie je hoe sperma het lichaam verlaat.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Huiswerk
- Lees in je tekstboek bladzijde 36, 37, 38. (M: 141 t/m 143 van boek 2a)
- Maak opdracht 8 t/m 11 in je werkboek, of de opdrachten in de ELO van Biologie en Verzorging voor Jou. (M: 5 t/m 8)
- Stuur een foto van jouw gemaakte werk.
Maak nog eerst de volgende opdrachtjes in Lessonup en lees eventueel de samenvatting door.

Slide 24 - Slide

Koppel de woorden aan de cijfers 
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
Teelbal
Prostaat
Bijbal
Urineblaas
Penis
Urinebuis
Zaadleider
Zaadblaasje

Slide 25 - Drag question

Vragen
De volgende twee vragen gaan over de afbeelding hiernaast: 
Je ziet het voortplantingsstelsel van de man. Twee delen zijn aangegeven met P en Q.
Zaadcellen worden vervoerd door deel P; deel Q vervoert urine.

Slide 26 - Slide

Kan door deel P ook urine worden vervoerd?
A
Ja
B
Nee

Slide 27 - Quiz

Kan door deel Q ook zaadcellen worden vervoerd?
A
Ja
B
Nee

Slide 28 - Quiz

Samenvatting
De functies en kenmerken van het voortplantingsstelsel van de man:
- Voortplantingsstelsel: de voortplantingsorganen samen. De voortplantingsorganen beginnen in de puberteit te werken.
- Balzak: huidplooi waarin teelballen en bijballen liggen. De temperatuur is iets lager dan die in de buikholte. Dat is beter voor de ontwikkeling van zaadcellen (spermacellen).

Slide 29 - Slide

Samenvatting
- Teelballen: vormen zaadcellen
- Bijballen: tijdelijk opslaan van zaadcellen
- Zaadleiders: zaadcellen vervoeren
- Zaadblaasjes: vocht en voedingsstoffen aan de zaadcellen toevoegen
- Prostaat: Voegt vocht toe aan de zaadcellen
- Urinebuis: vervoert urine en sperma

Slide 30 - Slide

Samenvatting
- Sperma: bestaat uit zaadcellen en vocht uit de zaadblaasjes en de prostaat
- Penis: brengt sperma in en vagina
- Zwellichamen: brengen de penis in erectie
- Eikel: vangt prikkels op die kunnen leiden tot een orgasme
- Voorhuid: huidplooi om de eikel

Slide 31 - Slide

Samenvatting
Je kunt beschrijven hoe een zaadlozing kan plaatsvinden.
- Bij een zaadlozing komt sperma met schokken uit de penis
- Een zaadlozing kan een lekker gevoel geven (orgasme of klaarkomen).
- Een zaadlozing kan plaatsvinden bij geslachtsgemeenschap (op&neer bewegen van de penis in de vagina), door zelfbevrediging (masturbatie) en in de slaap (een 'natte droom').

Slide 32 - Slide