3B unit 1 grammatica samenvatting

Welcome! Part I
Today:
1. S.O. check
2. Samenvatten Hoofdstuk 1

3. Time for questions
1 / 33
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welcome! Part I
Today:
1. S.O. check
2. Samenvatten Hoofdstuk 1

3. Time for questions

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Als iets regelmatig, vaak, soms, altijd, nooit, enz. gebeurt, of als het een gewoonte is dan gebruik je de ...

Slide 3 - Open question

Als iets nu, op dit moment gebeurt (als wij zouden zeggen "ik ben aan het, wij zitten te, enz." dan gebruik je de ...

Slide 4 - Open question

He's checking his Magister.
Deze zin staat in de
A
Present Simple
B
Present Continous

Slide 5 - Quiz

The children are playing hockey outside.
Deze zin staat in de
A
Present Simple
B
Present Continuous

Slide 6 - Quiz

He always writes the best rap songs.
Deze zin staat in de
A
Present Simple
B
Present Continuous

Slide 7 - Quiz

Lees de volgende dia.
Lees alleen het deel over de Present Simple (links) aandachtig.
Lees op de volgende dia
alleen het linkerdeel over de
Present Simple.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Hoe maak je van de volgende woorden de Present Simple?
(+) she - to eat
A
She eat.
B
She is eating.
C
She eats.
D
She doesn't eat.

Slide 10 - Quiz

Hoe maak je van de volgende woorden de Present Simple?
(-) we - to play
A
We play.
B
We are playing.
C
We doesn't play.
D
We don't play.

Slide 11 - Quiz

Hoe maak je van de volgende woorden de Present Simple?
(?) the cat - dance
A
Dances the cat?
B
Do the cat dance?
C
Does the cat dance?
D
Is the cat dancing?

Slide 12 - Quiz

Welke zin is juist?
A
I never walk to school.
B
I never walks to school.
C
I never walking to school.

Slide 13 - Quiz

Welke zin is juist?

A
They sometimes cooking in the garden.
B
They sometimes cooks in the garden.
C
They sometimes cook in the garden.

Slide 14 - Quiz

Welke zin is juist?
A
Do your dad drives a Ferrari?
B
Does your dad drives a Ferrari?
C
Drives your dad a Ferrari?
D
Does your dad drive a Ferrari?

Slide 15 - Quiz

Lees de volgende dia.
Lees alleen het deel over de Present Simple (links) aandachtig.
Lees op de volgende dia
alleen het rechterdeel over de
Present Continuous.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Hoe maak je van de volgende woorden de Present Continuous?
(+) my best friend - sing
A
My best friend sings.
B
My best friend are singing.
C
My best friend is singing.
D
My best friend am singing.

Slide 18 - Quiz

Hoe maak je van de volgende woorden de Present Continuous?
(-) his uncle - paint
A
His uncle doesn't painting.
B
His uncle isn't painting.
C
His uncle paints not.
D
His uncle don't painting.

Slide 19 - Quiz

Hoe maak je van de volgende woorden de Present Continuous?
(?) you - speak
A
Speak you?
B
You speaking?
C
Is you speaking?
D
Are you speaking?

Slide 20 - Quiz

Welke zin is juist?
A
My mom and dad are working.
B
My mom and dad does working.
C
My mom and dad is working.
D
My mom and dad works.

Slide 21 - Quiz


Schrijf nu zelf de juiste vorm van de werkwoorden tussen haakjes. 

Let op: je moet goed kijken of het
Present Simple of Present Continuous is.

Slide 22 - Slide

(+) I - to eat
... at the moment, I'll call you later.

Slide 23 - Open question

(?) you - work
... every Saturday?

Slide 24 - Open question

(-) my grandfather - drive
... his car every week, only sometimes.

Slide 25 - Open question

(?) they - have
... a lot of tests on Wednesday?

Slide 26 - Open question

Klaar?
Laat zien dat je test jezelf 1.2 t/m 1.5 af hebt.

Moeite met specifieke onderdelen? Versterk jezelf!

Slide 27 - Slide

Deel II
Trappen van vergelijking

Slide 28 - Slide

(cool)
He is the ... actor of the United States.

Slide 29 - Open question

(important)
I believe English is ... than maths!

Slide 30 - Open question

(good)
Catherine is a ... singer than Amy.

Slide 31 - Open question

(fast)
A car is fast, a plane is faster, but a rocket is ...

Slide 32 - Open question

Slide 33 - Link