B5

Neem je boek voor blz. 48
1 / 33
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Neem je boek voor blz. 48

Slide 1 - Slide

Thema 12 Voeding en vertering

B1 Enzymen
B2 Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
B3 Voeding en leefstijl
B4 Het verteringsstelsel
B5 De organen voor vertering
B6 Planteneters, vleeseters en alleseters

Slide 2 - Slide

Leerdoelen B5

- Je moet de delen van het verteringsstelsel kunnen noemen met hun functies en kenmerken

- Je moet de verteringssappen kunnen noemen met hun functies

Slide 3 - Slide

10 minuten stil lezen B5
Lees de theorie op blz. 48 t/m 51
Als je klaar bent vul je alvast de tabel in op blz. 57

Slide 4 - Slide

De weg van het voedsel
  • De mondholte (speekselklieren)
  • De slokdarm
  • De maag (maagsapklieren)
  • De 12vingerige darm (sap galblaas en alvleesklier)
  • De dunne darm (darmsapklieren)
  • De dikke darm
  • De endeldarm
  • De anus

Slide 5 - Slide

Samenvattingsopdracht 4
Vul de organen in op blz. 57/58 en schrijf de functie erbij. Noteer daaronder de verteringsklieren-, sappen en de voedingsstoffen die ze verteren.

Over 15 minuten gaan we nakijken!
timer
15:00

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

In de mondholte
Vertering begint in de mond
    Er ontstaan kleine stukjes voeding door het kauwen 
    Door het kauwen vermeng je het voedsel met speeksel

Speeksel bestaat uit water en enzymen om zetmeel te verteren in glucose (koolhydraten)
Enzymen kunnen goed inwerken op het voedsel door de oppervlaktevergroting

Slide 9 - Slide

Mondholte
Speekselklieren: speeksel
- Slijm: voedsel makkelijker doorslikken
- Enzymen: breken zetmeel af (verteren)
- Stoffen die bacteriën doden

Slide 10 - Slide

Keelholte/slokdarm
De tong duwt het voedsel je keelholte in

Slikken:
Huig sluit de neusholte af
Strotklepje sluit de luchtpijp af

Het voedsel komt in de slokdarm en deze duwt 
dmv peristaltische bewegingen het voedsel naar de maag

Slide 11 - Slide

Maag
  • Het voedsel wordt door de maagspieren gekneed en vermengd met maagsap

In de maagwand zitten maagsapklieren die maagsap produceren

  • Maagsap: water, maagzuur, enzymen 
  • Enzymen: verteren de eiwitten gedeeltelijk
  • Maagzuur: dood bijna alle bacteriën

Slide 12 - Slide

Aan het eind van je maag zit een kringspier: de maagportier.
Deze kringspier laat telkens een kleine hoeveelheid voedsel door naar de twaalfvingerige darm.
De rest wordt tijdelijk opgeslagen in de maag.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

GAL
Gal wordt gemaakt in de lever.
Vanuit de lever komt gal eerst in de galblaas.

Emulgeren:
Gal verdeelt vet in kleine druppels 
Gal zelf bevat geen enzymen
kan hierdoor geen voedingsstoffen verteren

Slide 15 - Slide

Alvleessap
  • Alvleessap wordt gemaakt door de alvleesklier
  • Zitten drie verschillende soorten enzymen in die eiwitten, koolhydraten en vetten verteren

Slide 16 - Slide

Twaalfvingerige darm

Gal en alvleessap worden toegevoegd aan het voedsel in de twaalfvingerige darm.

Het voedsel wordt met de verteringssappen gekneed en doorgeduwd naar de dunne darm.

Slide 17 - Slide

Darmperistaltiek:
Het samentrekken van de spieren in de darmen

Functies:
- Verteren
- Vervoeren
- Mengen met verteringssappen

Door voedingsvezels verloopt de peristaltiek beter.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Examenvraag 1
Bij welke voedingsstof begint de vertering in de mond?
A eiwitten
B koolhydraten
C mineralen
D vetten

Slide 20 - Slide

Examenvraag 1
Bij welke voedingsstof begint de vertering in de mond?
A eiwitten
B koolhydraten
C mineralen
D vetten

Slide 21 - Slide

Examenvraag 2
Leg uit waarom de galblaas geen verteringsklier is.

Slide 22 - Slide

Examenvraag 2
Leg uit waarom de galblaas geen verteringsklier is.

De galblaas is geen verteringsklier, omdat hij geen verteringssap maakt (slaat het alleen op) / gal verteert niet (geen enzym) maar emulgeert (1p)

Slide 23 - Slide

Verteringssappen en wat ze verteren

  • Speeksel (speekselklieren): zetmeel (koolhydraten) in mond
  • Maagsap (maagklieren): eiwitten in maag
  • Gal: vetten emulgeren (geen verteringssap) in twaalfvingerige darm
  • Alvleessap (alvleesklier): eiwitten, koolhydraten en vetten in 12-darm
  • Darmsap (darmsapklieren): eiwitten, koolhydraten in dunne darm

Verteringssappen verteren geen voedingsvezels
Onverteerde voedingsresten verlaten het lichaam via de anus

Slide 24 - Slide

Oefenen
Maak opdrachten 1 en 2 van 12.5
Opdracht 4 maak je in je boek 
De lesstof lees je in je boek op blz. 48 en 53

Eerste 5 minuten stil, daarna fluisterniveau
Klaar? Ga verder met de opdrachten 3 t/m 11

Slide 25 - Slide

Dunne darm
In de wand liggen darmsapklieren die darmsap maken.
De enzymen in dit sap maken de vertering van eiwitten en koolhydraten af.

Voedsel wordt samen met het darmsap gekneed. 
In de dunne darm worden de voedingsstoffen 
in het bloed opgenomen.

Slide 26 - Slide

In de plooien in de darm zitten allemaal uitstulpingen (darmvlokken) van de darmwand. Hierin liggen kleine bloedvaten.

Water en voedingsstoffen 
uit de dunne darm gaan de bloedvaten in.
(haarvaten van de dunne darm)

Dunne darm

Slide 27 - Slide

Darmperistaltiek:
Het samentrekken van de spieren in de darmen

Functies:
- Verteren
- Vervoeren
- Mengen met verteringssappen

Door voedingsvezels verloopt de peristaltiek beter.

Slide 28 - Slide

Blinde darm
Vormt de overgang van dunne darm naar dikke darm
Wormvormig aanhangsel (appendix) raakt soms ontstoken (blindedarmontsteking) en moet verwijdert worden
Blinde darm heeft helemaal geen functie! 
Overblijfsel (rudimentair orgaan) van onze 
voorouders 

Slide 29 - Slide

Dikke darm
  • Voedselresten:
  • Een deel van het voedsel is niet verteerd, deze gaan naar de dikke darm
De voedselresten in de dikke darm bevatten nog veel water. 
In de dikke darm wordt vrijwel al het water uit de voedselbrij 
gehaald.

In de dikke darm leven bacteriën die cellulose af kunnen 
breken! Dit zit in de celwanden van plantencellen.

Slide 30 - Slide

Endeldarm
  • Verzamelplaats voor onverteerbare resten 
  • Endeldarm wordt afgesloten door de anus (kringspier)

Slide 31 - Slide

Verteringssappen en wat ze verteren

  • Speeksel (speekselklieren): zetmeel (koolhydraten) in mond
  • Maagsap (maagklieren): eiwitten in maag
  • Gal: vetten emulgeren (geen verteringssap) in twaalfvingerige darm
  • Alvleessap (alvleesklier): eiwitten, koolhydraten en vetten in 12-darm
  • Darmsap (darmsapklieren): eiwitten, koolhydraten in dunne darm

Verteringssappen verteren geen voedingsvezels
Onverteerde voedingsresten verlaten het lichaam via de anus

Slide 32 - Slide

Oefenen
Maak opdrachten 1 t/m 11 van 12.5
Opdracht 4 maak je in je boek 
De lesstof lees je in je boek op blz. 48 en 53

Eerste 5 minuten stil, daarna fluisterniveau
Klaar? Start met de test jezelf van 12.5

Slide 33 - Slide