5 & 6 - Hoog & Laag Nederland (HV)

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

§5 & 6 Hoog & Laag Nederland

Erosie en verwering

IJs -> Water

Verweringsmateriaal

Verwering & Erosie

Snelheid

Naar de zee

Bergen

Bergen

Rijn & Maas

- Stroomgebieden

- Leggen grind en zand neer --> stroomsnelheid

- Daardoor Hoog Nederland ontstaan. 

-> Oost Nederland.

Koud

• 200.000 jaar geleden verschillende

ijstijden gehad. De laatste 10.000 jg.

• 1-na-laatste -> Saale-ijstijd
• Landijs
• Tot HUN-lijn.

• Stuwwallen bleven over.
• Ook ontstonden er smeltwaterdalen.

Overblijfsel

• Stuwwalen
  
• Zwerfstenen
• Na ijstijd -> poolklimaat

-> droge zee -> dekzand 

-> hoog Nederland.

Jagers & Boeren

Eerst kwamen de Jagers. 

• Leefde hoog op de stuwwalen = veilig en gemakkelijk te leven
• Later door boeren akkerbouw = probleem => water infiltreren.

1. Hoog Nederland had veel bos
2. Veel zandgrond = niet vruchtbaar

Boeren gebruikte schapenmest om vruchtbaar te maken.

Akkers

Bossen en weide

NAP

Laag Nederland

• Grote delen van Nederland liggen dus onder NAP.
• Vaak onderspoeld -> zorgt voor grondlagen.
• Hierdoor ontstonden stranden en duinen.
• Eb en vloed -> kleideeltjes -> Waddenzee.
• Klei op bodem --> moeras.
• Plantenresten --> veen

Vlak en plat

-> Nederland is plat.

-> Veel verkaveling met veel sloten, 

akkers en weilanden.

Noorden

In Friesland en Groningen liep telkens het land onder water.

Daarom bouwden ze terpen.

Later ook dijken.

Polders

- Door de bouw van dijken rondom de terpen ontstonden polders.

 - Water wegpompen met gemalen

> droogmakerijen -->

Opdracht

• Lezen §8 + 9

• Beantwoorden leerdoelen

• Maken opdr. §8 + 9

• Oefenen topografie Nederland

--> Koppel rivieren/landstreken en eilanden aan bijvoorbeeld plekken. 

Bijv. De Maas stroomt door Maastricht en bovenlangs Den Bosch.