2.2 Luchtdruk

§2 Luchtdruk
Luchtdruk meten
Hoge en lage drukgebieden
Druk in een ruimte
Overdruk meten
Eenheden van druk
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

§2 Luchtdruk
Luchtdruk meten
Hoge en lage drukgebieden
Druk in een ruimte
Overdruk meten
Eenheden van druk

Slide 1 - Slide

Luchtdruk
Druk die de lucht uitoefent op de aarde
Hoe hoger in de lucht, hoe lager de luchtdruk
Meten met een barometer
Luchtdruk groter, bovenkant omlaag
Eenheid van druk = pascal (Pa) 
1 bar = 1000 mbar = 100 000 Pa
1 mbar = 100 Pa

Slide 2 - Slide

Als je de luchtdruk hoog in de lucht vergelijkt met de luchtdruk op zeeniveau, is deze dan hoger of lager?
A
Hoger
B
Lager

Slide 3 - Quiz

Hoeveel pascal is gelijk aan 10 mbar?
A
10 Pa
B
100 Pa
C
1000 Pa
D
10 000 Pa

Slide 4 - Quiz

Hoge en lage druk
Luchtdruk lager dan in de omgeving --> lagedrukgebied
  • Onrustig weer met veel wind en neerslag
Luchtdruk hoger dan in de omgeving --> hogedrukgebied
  • Rustig weer en zonnig

Hogere druk betekent meer kracht op een bepaald oppervlak

Slide 5 - Slide

Als je in een vliegtuig zit die snel aan het stijgen is, merk je dit aan de oren. Is de luchtdruk buiten je oren hoger of lager dan binnenin je oren?
A
Hoger
B
Lager

Slide 6 - Quiz

In de afbeelding is een groene rubber over een bekerglas getrokken. Als de luchtdruk buiten het glas hoger wordt, wat gebeurt er dan met het rubber?
A
Gaat omlaag
B
Gaat omhoog

Slide 7 - Quiz

Druk in een ruimte
Lucht in een afgesloten ruimte pompen --> druk groter
Luchtdeeltjes bewegen door elkaar door de ruimte en botsen tegen de wand, botsingen zorgen voor een constante druk op de wanden --> gasdruk

Slide 8 - Slide

Wat is de gasdruk?

Slide 9 - Open question

Overdruk meten
Manometer: druk van lucht duwt 
een membraan naar boven
Overdruk: verschil tussen luchtdruk 
buiten en binnen
Echte druk: absolute druk
Absolute druk = luchtdruk + overdruk

Slide 10 - Slide

De luchtdruk is 101,3 kPa, de absolute druk is 350 kPa. Hoe groot is de overdruk?

Slide 11 - Open question

Eenheden van druk
Er zijn verschillende eenheden van druk
  • Pascal (Pa) 
  • Bar 
  • Millimeter kwikdruk (mm Hg) 
  • Atmosfeer (atm)

Slide 12 - Slide

Eenheden van druk
100 Pa = 1 hPa
1 atm = 101 325 Pa
1 mbar = 100 Pa = 1hPa
1 mm Hg = (afgerond) 133 Pa

Slide 13 - Slide

Bij de huisarts wordt de bloeddruk gemeten, de bovendruk van iemand is 125 mm Hg. Wat is de druk in Pa?
1 mm Hg = 133 Pa
A
16 625 Pa
B
10 374 Pa
C
125 000 Pa
D
12 500 Pa

Slide 14 - Quiz