Buitenlandse inmenging in China en de vele nederlagen die werden geleden, zorgden voor bijna 20 jaar aan opstanden. (Onder meer vanuit de christelijke religie die zich verspreidde.)
- Taiping (1850-1864) Hong, tegen de keizer
- Nian (1851-1868) tegen grootgrodbezitters en belastingambtenaren
Opstanden mislukken, maar de nood voor/wens tot vernieuwing is zichtbaar geworden.