Ostern

• Duits
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 2

Pasen

Hoe heet Pasen in het Duits?

1. Ostern
2. Frühling
3. Silvester
4. Weihnachten

In welke maand is Pasen meestal?

1. Mai
2. November
3. April
4. August

Pasen was vroeger het feest van welk jaargetijde?

1. Herbst
2. Winter
3. Frühling
4. Sommer

Wat wordt gevierd met Pasen?

1. de geboorte van Jezus
2. de kruisiging van Jezus
3. de dood van Jezus
4. de wederopstanding van Jezus

Welk dier heeft te maken met Pasen?

1. der Ostervogel
2. der Osterhase
3. der Osterschaf
4. der Ostertier

Wat heeft de haas met Pasen te maken?

1. Er zijn rond Pasen veel spelende hazen te zien.
2. De hazen verstoppen de paaseieren.
3. De haas komt vaak in paassprookjes voor.
4. De haas is symbool voor vruchtbaarheid.

In welk land is de paashaas verboden?

1. Australien
2. Österreich
3. Amerika
4. China

Wat wordt met Pasen geverfd

1. der Osterhase
2. die Osterglocke
3. die Ostereier
4. der Osterzweig

Waarmee wordt het huis versierd met Pasen?

1. met kruisjes en cirkels
2. met engelen en sterren
3. met vogels en nesten
4. met takken en bloemen

Hoe wenst een Duitser je een vrolijk Pasen?

1. Happy Ostern
2. Frohe Ostern
3. Geile Ostern
4. Super Ostern

Was hat der Hase mit Ostern zu tun?

1. Er wurde an Ostern immer gegessen
2. Es gab viele Hasen nach dem langen winter
3. Er hat immer die Eier zu Ostern gegessen
4. Die Kinder sollen ihn fangen

Warum gibt es zu Ostern bunte Eier?

1. Man malte immer gern
2. Man wollte die gekochten Eier von den rohen unterscheiden
3. Man aß sie roh
4. Man hatte nichts zu tun und hat sie einfach gemalt

Warum werden die Eier an Ostern gegessen?

1. Weil die Hühner dann besonders viele Eier legen.
2. Weil es das Ende der Fastenzeit ist.
3. Weil dann die Fastenzeit beginnt.
4. Weil die Hasen dann Eier legen.

Ostern steht symbol für

1. Fruchtbarkeit
2. Neuanfang
3. Fruchtbar & Neuanfang

Wer bringt die Osterneier in Australien?

1. das Küken
2. das Känguru
3. der Kaninchennasenbeutler

Was hebben lammetjes met Pasen te maken?

1. ze zijn schattig
2. zewordenin het voorjaar geboren

Was macht man NICHT an Ostern?

1. 
2. 
3. 
4.