Used to en would Used to en would gebruik je allebei om aan te geven dat iets in het verleden gebruikelijk, gewoon was. Vergelijk met het Nederlands: "Vroeger gingen we altijd..., toen ik klein was speelden we altijd...."
Used to kun je in die context altijd gebruiken:
We used to play outside. I used to be really good at English
Would kun je alleen gebruiken bij dingen die je herhaaldelijk deed; niet bij state verbs
When I was little I would see my friends every day after school