bvj max 4.2 en 4.3

Bestudeer de afbeelding
1 / 13
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Bestudeer de afbeelding

Slide 1 - Slide

Welk van de volgende onderdelen van botten maken de botten NIET buigzaam
A
Kraakbeen
B
Lijmstof
C
Kalk
D
Gelei

Slide 2 - Quiz

De botten van baby's bestaan hoofdzakelijk uit ..
A
kalk
B
lijmstof

Slide 3 - Quiz

Het skelet van een baby bestaat uit ongeveer uit...?
A
100 botten
B
270 botten
C
206 botten
D
75 botten

Slide 4 - Quiz

Start
1. Skelet
2. Functies
3. Bouw botten
4. Soepelheid bij kinderen
5. Wervelkolom
Opdrachten
Afsluiten

Slide 5 - Slide

Bij baby's zijn de schedelplaten nog los van elkaar en tellen ze ook als losse botten. Bij volwassen is de schedel één geheel.

Slide 6 - Slide

De schedelplaten van kinderen groeien dicht. Hoe heet deze verbinding tussen de platen die ontstaat.
A
naadverbinding
B
vergroeide botten
C
gewricht
D
kraakbeenverbinding

Slide 7 - Quiz

Wat zit er tussen de wervels?
A
Kraakbeen
B
Botten
C
Niks

Slide 8 - Quiz


Van welke botten heeft deze persoon last (roodgekleurde botten)
A
bekkengordel
B
borstwervels
C
halswervels
D
lendenwervels

Slide 9 - Quiz

Wat zijn gewrichten?
A
Het zijn kraakbeenverbindingen. De meeste gewrichten zorgen ervoor dat botten t.o.v. elkaar kunnen bewegen.
B
Het zijn beenverbindingen. De meeste gewrichten zorgen ervoor dat botten niet kunnen bewegen.
C
Het zijn kraakbeenverbindingen. De meeste gewrichten zorgen ervoor dat botten t.o.v. elkaar kunnen bewegen.
D
Het zijn beenverbindingen. De meeste gewrichten zorgen ervoor dat botten t.o.v. elkaar kunnen bewegen.

Slide 10 - Quiz

Wat zit er om een gewricht heen om het gewricht op zijn plek te houden?
A
Gewrichtssmeer
B
Gewrichtskogel
C
gewrichtskapsel
D
kraakbeenlaagje

Slide 11 - Quiz

Wat voor gewricht is dit?
A
Scharniergewricht
B
Kogelgewricht
C
Rolgewricht

Slide 12 - Quiz


 In de afbeelding is een gewricht getekend.
 Welk gewricht?

A
Een heupgewricht.
B
Een kniegewricht.
C
Een schoudergewricht.
D
Een enkelgewricht.

Slide 13 - Quiz