C20 P9W1 TV 7 : "Pruiken en revoluties" - 1

TV 7 : "Tijd van pruiken en revoluties"
1 / 47
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMBOStudiejaar 3

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

TV 7 : "Tijd van pruiken en revoluties"

Slide 1 - Slide

In deze les
  • Lesdoelen bespreken
  • terugblik op vorig tijdvak 
  • week 1 : patriotten en Franse Revolutie
  • Week 2 : Verlichting
  • Week 3 : afschaffing slavenhandel  
  • Huiswerk + doorkijk naar de volgende les

Slide 2 - Slide

Lesdoelen :
  • De student kan de ontwikkeling van slavenhandel en slavernij beschrijven.
  • De student kan motieven voor afschaffing van slavenhandel en slavernij toelichten.
  • De student kan denkbeelden van de Verlichting op het gebied van politiek, godsdienst en sociale verhoudingen beschrijven.
  • De student kan grondrechten en toenemende politieke invloed van de burgerij in de Franse en Bataafse revolutie beschrijven.

Slide 3 - Slide

Wat er vooraf ging in ... 
  • De Republiek der 7 Verenigde Nederlanden zit in de 18e eeuw. 
  • Er is vrede met de Spanjaarden, oorlog met Engeland.
  • Franse koning Lodewijk XIV probeert de Republiek onderuit te halen : Rampjaar 1672 (Fr + D + Eng) 
  • De handel kreeg concurrentie van Engeland + Frankrijk.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Boze burgers
  • Lodewijk XVI (16e) had geen geld meer...
  • Dat kwam door het luxe leven
  • En door de vele oorlogen die hij voerde
  • De koning riep de Staten-Generaal bijeen en wilde nog meer belastinggeld van de burgers vragen!
  • De burgers waren boos: ze wilden een grondwet en minder macht voor de koning
  • De koning stuurt het leger op de burgers af....



Slide 11 - Slide

  • De koning stuurt het leger
  • De burgers zijn woedend...
  • Ze bestormen de gevangenis in Parijs: de Bastille
=> 14 juli 1789: de Franse Revolutie is begonnen!


Slide 12 - Slide

Vrijheid en gelijkheid
  • Overal in Frankrijk brak de revolutie uit
  • De burgers schaften de standenmaatschappij af:    iedereen was gelijk
  • Er kwam een grondwet: iedereen was vrij en gelijk
=> De macht kwam in handen van de burgers
=> Dit is een grote verandering voor iedereen: een revolutie
=> De Franse Revolutie = democratische revolutie

Slide 13 - Slide

De koning onthoofd
De revolutie maakte van Frankrijk een ander land:

  • Er was een grondwet
  • De koning moest zich ook aan de grondwet houden => dit heet: Constitutionele Monarchie
  • Er was kiesrecht voor mannen
Na verkiezingen werd de monarchie afgeschaft, de koning werd ter dood veroordeeld ..... onder de guillotine.... net zoals heel veel andere mensen van adel.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

De Franse Revolutie was in
A
1748
B
1776
C
1789
D
1795

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

Stelling:
Een gevolg van de Franse revolutie was de afschaffing van de standenmaatschappij.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Op welke datum herdenkt Frankrijk jaarlijks de Franse revolutie?
A
14 juli
B
27 april
C
4 juli
D
9 november

Slide 19 - Quiz

wat waren de 3 ideeën van de Franse Revolutie?
A
vrijheid, slaven, broerschap
B
vrij hebben, gelijk hebben, broeders hebben
C
vrijheid, gelijkheid, broederschap
D
vrijheid, gelijkheid, broer

Slide 20 - Quiz

Wie had de macht in Frankrijk na de Franse Revolutie?
A
De rijke burgers
B
De Koning
C
Geestelijkheid en Adel
D
Adel

Slide 21 - Quiz

Dieper liggende oorzaken van de Franse Revolutie
voorrechten van de geestelijkheid
klachten van de boeren
het land wordt slecht bestuurd
voorrechten van de adel
klachten van de stedelijke bevolking
de invloed van de Verlichting
Ideeën over vrijheid en gelijkheid
1,5% van de bevolking en 20% van het land
bijna geen belasting betalen
geen belangrijke functies
veel belasting betalen
te weinig grond
slecht werkend ambtenarenapparaat
0,5% van de bevolking en 10% van het land
geen vrijheid van meningsuiting
veel verplichtingen aan de adel
onvoldoende werkende censuur
kregen de belangrijkste functies
verkeerde besluiten
zwaar werk en lage lonen
geen belasting betalen, wel belasting heffen
bijna lege schatkist

Slide 22 - Drag question

Huiswerk
- Lees in theorieboek onderdeel 7.3: "De verlichting".  
- Werk verder aan je samenvatting van tijdvak 7. 

Slide 23 - Slide

P9W2 : "Verlichting"

Slide 24 - Slide

De Verlichters en het geloof
Verlichters
  • God heeft de aarde gemaakt, maar grijpt niet in.
  • Er is niet 1 waar geloof

Gevolg
  • Vóór godsdienstvrijheid
  • Tegen een grote invloed van de kerk
Voltaire. (Fr.1694-1778)

Slide 25 - Slide

De Verlichters en politiek I
Verlichters
  • Een koning is er voor het volk
  • Het volk mag een slechte koning afzetten
  • De echte macht ligt bij het volk

Gevolg
  • Tegen absolutisme
  • Vóór democratie

Slide 26 - Slide

De Verlichters en politiek II
John Locke (Eng. 1632-1704)
Het volk geeft de koning macht en zij mogen een slechte koning afzetten.

Charles de Montesquieu (Fr. 1689-1755)
Trias Politica, de scheiding der machten

Jean Jacques Rousseau (Fr. 1712-1778)
Volksvertegenwoordiging doet wat het volk wilt.

Slide 27 - Slide

De Verlichters en gelijkheid
Verlichters
  • Mensen zijn gelijk en vrij

Gevolg
  • Tegen standenmaatschappij
  • Tegen slavernij/slavenhandel (Abolitionisme)

Slide 28 - Slide

Reactie koningen
Ideeën van de Verlichting verbieden

Of

Sommige ideeën overnemen, zolang de vorst alle macht houdt.
= Verlicht absolutisme

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

3

Slide 32 - Video

Huiswerk
- Lees in theorieboek onderdeel 7.3.3: "de strijd om de afschaffing van de slavenhandel (abolitionisme)".
- Werk verder aan je samenvatting van tijdvak 7. 

Slide 33 - Slide

P9W3 : "Abolitionisme"

Slide 34 - Slide

Opkomst van abolitionisme
  • Eind 18e eeuw

  • Abolitionisme: beweging voor afschaffing van slavernij

  • Slavenopstanden (Haïti)

  • Verlichting

  • Superioriteitsgevoel nam af

  • Industrialisatie 

Slide 35 - Slide

Invloed abolitionisme
  • 1783: Georganiseerde anti-slavernij beweging

  • Beriep zich o.a. op geloof

  • "Alle mensen vrij en met gelijke rechten geboren"

  • 1807: Brits verbod op slavenhandel

  • 1852: Uncle Tom's Cabin

  • Europese bevolking steeds bewuster

Slide 36 - Slide

Afschaffing slavernij
Waarom waren bevrijde Nederlandse slaven niet blij in 1863?

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Video

Afschaffing slavernij
  • Afschaffing Engeland: 
            Slavenhandel: 1807
            Slavernij: 1833

  • Afschaffing Frankrijk:
           Slavenhandel en slavernij: 1794
            Slavenhandel: 1815
            Slavernij: 1848

  • Afschaffing Nederland: 
    Slavenhandel: 1814
    Slavernij: 1863

Slide 39 - Slide

Waardoor kwam het abolitionisme op?

Slide 40 - Open question

En welk land ontstond de eerste vorm van georganiseerde abolitionisme?
A
Frankrijk
B
Amerika
C
Nederland
D
Engeland

Slide 41 - Quiz

Waarom waren Nederlandse bevrijde slaven in de eerste instantie niet blij?

Slide 42 - Open question

Welk Europees land schafte slavernij als laatste af?
A
Nederland
B
Polen
C
Rusland
D
Spanje

Slide 43 - Quiz

00:30
Waarom is het "verlicht denken" zo'n verschil met de tijd hiervoor?

Slide 44 - Open question

02:05
Waarom is de Trias Politica belangrijk?

Slide 45 - Open question

03:24
Welke politieke partij past bij deze denkbeelden ?
A
Groen Links
B
Denk
C
VVD
D
PvdA

Slide 46 - Quiz

Huiswerk
- Lees in theorieboek onderdeel 6.2: De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. 
- Bekijk de aflevering over de 7 VN: https://schooltv.nl/video/de-republiek-der-verenigde-nederlanden-stadhouder-en-regenten/#q=zeven%20verenigde%20nederlanden
- Je maakt de poster af, in de les van week 7 (deze kun je inleveren als samenvatting) 

Slide 47 - Slide