Les 32 Artikel schrijven (oefenen)

Tekstindeling
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Tekstindeling

Slide 1 - Slide

Inleiding
Kern/ middenstuk
Slot
Onderwerp tekst introduceren, interesse lezer wekken, aanleiding schrijven
Onderwerp uitwerken 
(5W1H: wie, wat, waar, waarom, wanneer, hoe)
tekst afronden door te vertellen wat de lezer moet weten/vinden/doen

Slide 2 - Slide

ARTIKEL SCHRIJVEN

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

In de inleiding noem je het onderwerp van het artikel. 


Zo schrijf je een artikel
Daarnaast kun je:
- de aanleiding vertellen (waarom je over het onderwerp schrijft).
- een voorbeeld geven van het onderwerp.
- een kort, grappig verhaaltje (anekdote) vertellen over het onderwerp.
- een vraag of vragen stellen die je in de tekst gaat beantwoorden.

Slide 7 - Slide

In het middenstuk schrijf je over elk deelonderwerp één alinea. 


Zo schrijf je een artikel
Schrijf de belangrijkste informatie 
over het deelonderwerp in de eerste zin. 
Ga op dezelfde regel verder en geef 
in de rest van de alinea voorbeelden 
of uitleg bij het deelonderwerp.
  
Je tekst wordt duidelijker als je in de eerste zin van een alinea 
een signaalwoord gebruikt, zoals ook, ten tweede, bovendien.

Slide 8 - Slide

In het slot kun je:

Zo schrijf je een artikel
- de deelonderwerpen samenvatten.

- vertellen wat er in de toekomst 
waarschijnlijk nog gaat gebeuren (toekomstverwachting). 
- een conclusie trekken.
- een advies geven.
een antwoord geven op de vraag/vragen die je in de inleiding hebt gesteld. 


Je kunt in het slot een signaalwoord gebruiken, zoals dus, kortom, dat betekent.

Slide 9 - Slide

Maak eerst een schrijfplan voordat je een artikel gaat schrijven

Zo schrijf je een artikel
Verder:
- Zorg je voor een passende titel.
- Schrijf een artikel van minimaal 100 woorden.
- Gebruik je een logische volgorde (inleiding, kern slot).
- Zorg je voor samenhang in de tekst.
- Zorg je voor passend taalgebruik.
- Vermeld je jouw voor- en achternaam (en klas) onder het artikel.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide